O, Mijn land!
(Ezechiël 16)
Daar vond Ik je, alleen, verlaten
Een land van stof en zand
Verschroeid onder de hete zon
Met hier en daar een dorre struik
Waarop al lang niets groeien kon
Geen mens die zie zich met jou bemoeide
Geen man om jou te troosten
Verloren bloed, gedood in strijd
Geen oog zag in ontferming neer
Je leek verloren voor altijd
Maar Ik, ja Ik keek op je neer
Waardoor het kwam dat hier en daar
De wortel van een enkele plant
Kon groeien en gedijen
Ondanks het stof en al het zand
Ik ging steeds meer van je houden
Gaf je een kleed om je te bedekken
En koos je als Mijn bruid
En alles wat men jou ooit ontnam
Schonk Ik je in veelvoud uit
Men keek begeerlijk naar je op
En algauw werd jij benijd
Vereerde jou als koningin
Rijk, getooid met mooie kleren
Trad jij trots de wereld in
Toen ging jij handelen met de rijkdom
Het goud en zilver, en zelfs de schoonheid
Die ik jouw geschonken had
Je vond de liefde bij een vreemde
Vergat De Man die jouw aanbad
Wat moet Ik nou met jou beginnen
Je went je telkens van mij af
En de gevolgen zie je niet
En toch zal Ik je redden, keer op keer
Omdat Mijn liefde dat gebied
@Henk van Grondelle, 20230104