Het Uitzicht Beperkt

 

Voorwoord

 

Vanzelfsprekendheid, of de macht van de gewoonte, oorzaak en gevolg, traditie of omdat het zo geschreven of gezegd wordt. Uiteindelijk, na heel veel jaren, kwam ik er achter dat ik mijzelf niet toestond te denken over religie en het geloof dat mijn leven bepaalde.

 

En toen ik er eenmaal over na ging denken kreeg ik de drang die gedachten op schrift te stellen. Want als iets de moeite waard is om over na te denken, is het ook de moeite waard om later op terug te kunnen zien, te vergelijken met nieuwe inzichten en er van te leren.

 

Ik ben geen filosoof of theoloog, verre van dat. Indien er iemand is die wat ik schrijf wil analyseren, doe dat dan met de gedachte dat ik alleen maar schrijf wat ik denk of voel en dus niet bedoel kritiek te hebben op wat anderen denken. geleid.

 

Wel hoop ik misschien anderen die mijn boek lezen te inspireren om zelf te gaan durven denken over zaken die allang vanzelfsprekend lijken maar dat in wezen helemaal niet zijn. Want in mijn opinie is niets vanzelfsprekend.

 

U zult merken dat de invloed van het beleden geloof op mijn leven enerzijds achteraf een gelukkige omstandigheid is geweest, omdat daarin toch grote mogelijkheden voorhanden waren om mij op velerlei manieren te ontwikkelen. Anderzijds hebben dogma’s en leerstellingen lange tijd mijn uitzicht beperkt. Vandaar de titel van dit boek. Het is niet negatief bedoeld, al worden er wel situaties in beschreven die niet positief beleefd werden.

 

Misschien herkent u er een omstandigheid in, het gaat er om wat ik er van geleerd heb. Ik probeer alleen maar te laten zien dat het denken niet mag ophouden als je meent een doel te hebben bereikt  of in een geloof voldoening vindt.

 

Ik wil niemand het houvast in het geloof ontnemen, integendeel. Voor velen is dat het enige houvast in het leven het enige wat nog geldt. Maar ik vind wel dat je niet moet geloven omdat een goed bespraakte en overtuigende dominee of pastoor in de kerk of op de televisie dat zegt zonder dat je zelf de Geest voelt. Want dan kan het niet anders zijn dat je meer wil weten en zoeken.

 

In principe draag ik ook geen enkele kerk of geestelijke een kwaad hart toe, behalve als er sprake is van het zaaien van angst en inspelen op de zwakte of onwetendheid van de toehoorders of winstbejag.

 

U zult bemerken dat ik heel wat denk. Soms heb ik een droom, maar die betrek ik alleen op mijzelf en trek geen conclusies uit voor andere personen of andersdenkenden, maar het zijn ook weer gebeurtenissen die ik u niet wil onthouden.  

 

Sommige dromen hadden een grote betekenis voor mij. Soms ervaar ik ze als persoonlijke waarschuwingen. Andere gaven inzicht en leidden tot verandering van bepaalde gewoonten, terwijl er ook waren die een bevestigend karakter hadden, zo van: nu ben je op de juiste weg. Een aantal ervan waren heel direct, haast zonder symboliek, en anderen waren juist vol symboliek en vielen aanvankelijk onder de categorie vreemd en nietszeggend, maar werden pas later duidelijk.

 

De dromen die ik heb, hadden geen van allen een beangstigend karakter, integendeel. Ze gaven mij te denken en op zich waren ze altijd heel mooi. Soms kunnen dromen heel heftig zijn, zoals de droom waarin ik een penalty moest nemen en vervolgens de wekker van het nachtkastje schopte. Gelukkig lag ik op mijn linkerzij. Had ik andersom gelegen had ik mijn vrouw het bed uitgeschopt.

 

Ik heb ook maar zelden een nachtmerrie, maar soms was een droom wel spannend. Zo droomde ik dat ik iemand probeerde te weerhouden van het in brand steken van een auto waar nog iemand in zat. In de poging de dreigende vlammenzee te ontkomen rolde ik uit de gevarenzone met als resultaat dat ik op een heftige manier via het nachtkastje naast mijn bed belandde en met twee snijwonden en een flinke bult boven mijn rechteroor wakker werd. We hebben er wel om moeten lachen hoewel ik nog een paar dagen hoofdpijn heb gehad.

 

Koning, kerk en ouders leggen ons van wieg tot graf regels, dogma´s, wetten en voorschriften op. Van huisregels tot verkeersregels, landswetten en belijdenissen, allemaal verbonden aan een straf variërend van verbanning naar je kamer tot verwijzing naar de hel.

 

Regels en wetten zijn nodig, vanzelfsprekend, maar mogen nooit een belemmering zijn voor ons denken. Zodra een regel of een wet een bedreiging wordt of ons belemmerd in ons bestaan of denken, zijn wij aan ons zelf verplicht na te denken of er mogelijkheden zijn om door middel van goede argumenten die regels of wet of zelfs de regel – of wetgever er toe te bewegen veranderingen aan te brengen.

 

Soms is daar een revolutie op politiek niveau voor nodig die soms met bloedvergieten gepaard gaat. Maar ook op individueel niveau is een persoonlijke revolutie soms hard nodig om ons zelf en anderen te tonen dat wij niet vanzelfsprekend alles zonder meer behoren aan te nemen en het recht hebben om de rede en de reden van zaken te kunnen inzien en begrijpen.

 

Er zijn natuurlijk regels of wetten waar je niet lang over na hoef te denken. Als we bij de politie willen gaan werken moeten we ons houden aan de wet en mogen we geen strafblad hebben. En als we niet van plan zijn om daaraan te voldoen dan heeft het geen zin om te gaan solliciteren.

 

Toch kan het zijn dat een beleid wordt gewijzigd dat geheel tegen onze principes indruist. Dan moeten wij de vrijheid hebben om na te denken om te kunnen overwegen of wij ons standpunt dienen aan te passen of er in mee gaan. Een goed voorbeeld is nu dat de ambtenaren van de burgerlijke stand ook homohuwelijken dienen te sluiten. Sommigen komen nu in de knoop met hun geloofsprincipes die zij eerder, daar de wet daar geen aanleiding toe gaf, niet in direct verband met het afsluiten van huwelijken behoefden te brengen. Is nu de wet fout, die hun in conflict brengt met hun geweten, of is het principe fout dat hun beperkt handelingen te verrichten die een onderdeel zijn van de persoonlijke vrijheid en levensbeschouwing?

 

Ons denken en geloven kan leiden, ja, behoort zelfs te leiden tot verandering in ons gedrag en toename van onze kennis, zodat onze zelfstandigheid in het leven en begrip van de maatschappij zal kunnen toenemen. Want ook geloof en maatschappij zijn sterk met elkaar verwikkeld en beiden, hoe goed bedoeld ook, leggen ons beperkingen op en als die twee samen komen zal dat meer en meer invloed hebben op onze vrijheid, gedrag  en visie. Als wij onszelf niet meer toestaan om een visie te ontwikkelen of een standpunt in te nemen, staan wij toe dat de maatschappij ons heel gewiekst een totalitaire gezag opdringt.

 

Het goed nadenken over of geloofszaken te maken hebben, lijkt mij juist noodzakelijk om God te gaan begrijpen. En dan moet je er toch over na kunnen denken van daar dat Hij ons het verstand heeft gegeven, al is  dat volgens sommige overtuigingen nou juist niet de bedoeling.

 

Dit boek is geschreven over een periode van een aantal  jaren waarin ik dingen dacht en beleefde. Niet in een volgorde van gebeurtenissen of in tijd. Soms schrijf ik na het lezen van boeken, zoals van Kant of Nietzsche. Dan heb ik het ineens over a-priori en a-posteriori. Dan denk ik filosofisch, om een tijd later weer na te denken over het bovenzinnelijke en geloofsaangelegenheden vanuit een pistisch oogpunt. Daaruit blijkt des te meer hoe beïnvloed je kan worden door de visie van anderen. Een andere keer denk ik na over gevoelens uit mijn geloofsverleden. Dan haal ik Bijbel teksten aan, terwijl ik op andere momenten het beredeneren door middel van aangehaalde Bijbelteksten bekritiseer.

 

Ik spreek de wens uit dat u, de lezer, ergens in de tekst toch iets zal vinden waardoor u gestimuleerd zult worden meer van uzelf in uw geloofsbelevenis te brengen en een (nog) eerlijker toenadering tot God zal gaan beleven. Ik heb zelf veel plezier gehad met het neerschrijven van de dingen die in mij opkwamen. Of ik er helemaal naast zit of zat, daar gaat het mij niet zo. En over sommige dingen denk ik nu heel anders, Maar, “Ik denk, dus ik ben”. Dank u wel meneer Descartes.

 

Met vriendelijke groet.