HetUitzicht Beperkt

 

Creatio ex nihilo 

 

Creatio ex nihilo is Latijn voor schepping uit het niets. Deze Latijnse uitdrukking wordt gebruikt in de theologie om aan te duiden dat God de hemel en de aarde uit ‘niets’ geschapen heeft. De hemel en de aarde komen in de Bijbel voort door het spreken van God. Voordat God ging scheppen was er niets. De Griekse filosofie leerde dat hemel en aarde uit de eeuwige stof zijn ontstaan.

Deze twee tegenstellingen geven ook veel mogelijkheden om te overdenking, ook wanneer je de oorzaak van het ontstaan niet alleen wetenschappelijk kunt benaderen. Wel moet je deze materie heel rustig en zonder drang tot een ultieme oplossing proberen te benaderen, anders word je er alleen maar zenuwachtig of misschien zelfs gedeprimeerd van. Dat laatste lijkt misschien overdreven, maar nadenken over iets wat je bij voorbaat waarschijnlijk niet echt verklaren kunt kan tot hopeloosheid leiden. Doe het om jezelf het plezier van (over)denken te gunnen.

Als je echter open staat voor alle mooie gedachten die de vrije geest zo bezig zijnde je laat denken, mogelijkheden en onmogelijkheden tegen elkaar afwegend, kan je op die momenten van rust, zowel thuis als op een mooi plekje in de natuur of alleen, in stille devotie in een kerk, tot prachtige persoonlijke gedachten komen.

Het nadenken over creatio ex nihilo of uit stof zijn zo verschillend, dat ze onherroepelijk leiden tot aan de ene kant volkomen lege gedachten en aan de andere kant juist uitgebreide fantasieën, zeker als jezelf aanpassingen of verbeteringen gaat bedenken op dat wat al geschapen gedacht wordt. Bijvoorbeeld een aan en uitknopje als iemand (te) boos wordt of een ingebouwd reset knopje als je de fout in dreigt te gaan.

Creatio ex nihilo laat wel toe om helemaal zuiver en met eigen ideeën te beginnen. Er is echter een belangrijk nadeel: je kunt er niet omheen dat jij al bestaat. Je denkt immers[1] en dat feit op zich is al belangrijk genoeg om aan te nemen dat er altijd zoiets moet zijn als een eerste oorzaak.

Niets uit niets lijkt haast een onmogelijke veronderstelling om van uit te gaan. Het is haast net zo iets als proberen te omschrijven wat eeuwigheid qua tijd inhoud. Dat kan je niet zonder het definiëren van het begrip tijd en het terug te brengen tot een begrip dat begrijpelijk is naar menselijk maatstaven.

 

Niets en eeuwigheid laten zich gewoon niet beschrijven zonder een eerste oorzaak die dingen in gang zet. Iets dat zich alsmaar voortzet door middel van oorzaak en gevolg. Anders kunnen wij ons dingen nauwelijks of niet voorstellen. Het enige wat ik mij voor kan stellen bij niets is volkomen duisternis en als ik dat doe besluipt mij een gevoel dat op paniek lijkt.

 

Als ik mijzelf als al bestaand beschouw, zou ik er van uit kunnen gaan, dat er een andere sfeer is waar ik die duisternis kan overzien. Zoiets als men tegenwoordig de plaats van mogelijke zwarte gaten aan kan duiden maar niet kan vaststellen wat het nu eigenlijk is.

 

Toch fantaseert men er lustig op los wat de mogelijkheden  of gevolgen van zo’n zwart gat kunnen zijn. Eigenlijk dus ook een soort geestelijk scheppen uit niets of in dit geval in de gedachten van: Er is iets, wat kunnen we er mee doen? Bijvoorbeeld het reizen in de tijd of hoe afstanden in lichtjaren gemeten kunnen worden overbrugd.

 

Niets is of kan dus best betrekkelijk zijn. Zelfs als je leegte beschouwd moet er iets anders bestaan waardoor die leegte kan worden bewezen en zo tot iets wordt waarmee gewerkt kan worden. Als het volkomen donker is zeggen we dat we niets zien. We zien geen hand voor de ogen. Volkomen duisternis. En als we ons dan ook nog eens op volkomen onbekend terrein bevinden, kunnen we ons geen voorstelling maken hoe onze omgeving er uit ziet. Maar dat er een omgeving is staat vast. We kunnen er alleen naar gissen. Als we licht kunnen brengen in die duisternis, blijkt die duisternis een onuitputtelijke hoeveelheid mogelijkheden te bevatten die wij kunnen gebruiken om weer andere mogelijkheden te creëren. Alleen… hoe komen we aan dat licht.

 

En zo blijven er altijd onderwerpen waarover je kunt nadenken of fantaseren en kom je misschien tot een eigen creatie. Een creatie waaraan je in het begin verbeteringen aan brengt en bijstuurt, maar uiteindelijk zelfstandigheid verleent, waarna jezelf onverstoord en onbewogen verder gaat en volmaaktheid nastreeft in die dingen die je in beweging zet.

 

[1] ‘Ik denk, dus Ik ben (of: ik besta)’. Descartes