Het Uitzicht Beperkt

 

God is liefde

(Herziene tekst, 2023)

Inleiding

Na het schrijven van de tekst van het boek "Het Uitzicht Beperkt" in 2010 is er nogal wat veranderd. Toen ik aan het schrijven sloeg was ik enigszins teleurgesteld in het geloof, hoofdzakelijk door het gevoel dat ik mij niet vrijelijk kon uiten. De afgelopen jaren echter heb ik mij er toe gezet de oude profeten te bestuderen en mij te verdiepen in het gebruik van Hebreeuwse tekst en de geschiedenis van Israël. Dat heeft mijn gedachten over hoe Gods Liefde en hoe die te interpreteren nogal overhoop gehaald. Welhaast helemaal tegenovergesteld aan van wat ik er eerder voor gedachten over had. 

 

God is liefde en is geen ‘aannemer des persoons’, zo staat er geschreven. Lievelingetjes houdt Hij er niet op na. Hoewel? Daar ben ik toch wat dieper over gaan nadenken. Uit eerdere gedachten over dit punt zie ik het nu toch heel anders. Lievelingetjes er op na houden is een niet te vergelijken vorm van de Liefde van God. Liefje, lievelingetje klinkt niet hetzelfde als geliefde of  de eeuwige liefde van God voor zijn getrouwen. Gods liefde is gebaseerd op Rechtvaardigheid. Je kunt Gods Rechtvaardigheid niet vergelijken met de rechtvaardigheid van de wereld. Gods rechtvaardigheid is absoluut. Dat kan niet anders, Hij heeft een plan: Een plek om verblijven, dicht bij Zijn getrouwen. Je moet met bijzonder goede argumenten om de Almachtige tot andere gedachten te brengen. 

 

Mozes had het in zich. Vreemd eigenlijk dat Mozes twijfels tegenover God had over zijn vaardigheden.  Beetje bang misschien? Het was ook niet niks. Terug naar de man die hem had verbannen. Er was kennelijk ook sprake van een spraakgebrek. Maar Gos had een plan, Zijn plan. Mozes kreeg Aaron als metgezel om samen hoe de farao tegemoet  te treden. Aaron als spreker en Mozes om de macht van God te tonen. En nadat hij uiteindelijk met het volk Israël mocht vertrekken duurde het nog geen twee maanden, toen God hem mededeelde dat het volk een gouden kalf had gemaakt. Hoe konden zij nu twijfelen aan Zijn macht. De plagen over Egypte, het in tweeën splijten van het water en vernietiging van farao's leger. Was dat niet heel ondankbaar. Zagen zij niet nu al niet de liefde die Hij voor hen had. Zwaar straffen zou hen hen, vernietigen. Mozes had weer de moed om God te herinneren aan Zijn beloften aan Abraham en de verbonden die gesloten waren (Exodus 32). Of toen het volk aan het zeuren was dat ze het zand, de manna en de kwakkels zat waren. Of het wat uitmaakte of ze nu in Egypte waren gestorven of in de woestijn. Zo bang waren voor de inwoners van het nieuwe land dat ze liever terugkeerden naar Egypte en zelfs Mozes dreigden te stenigen. Weer dreigde God in grote boosheid het volk te vernietigen. Mozes bracht naar voren dat de heidenvolken God zouden beschimpen. Het resultaat was dat God zich inhield maar de schuldigen aan al het gemor en geklaag ontkwamen hun straf niet (Numeri 14) en zouden nooit het beloofde land ingaan. 

 

Heeft God een kort lontje? Integendeel. Als er iets mis gaat tijdens bezigheden of in de omgang met anderen kan ik nog wel eens uit mijn slof schieten. Mijn lontje lijkt meer op dat van vuurwerk dat is gedoofd en in een fractie van een seconde ontploft als het weer wordt afgestoken. Maar Gods lontje, dat wil zeggen: geduld, heeft daarentegen gelukkig een zeer lange brandtijd om tot ontbranding te komen. "God straft onmiddellijk" is een gezegde, maar dat is maar zelden zo. Het Oude Testament en vooral de Oude Profeten getuigen dat Gods geduld zich uitstrekt over vele jaren en eeuwen.

 

God heeft een plan, Zijn plan. Uitgaande van de scheppingsleer lijkt het om een uit de hand gelopen hobby te gaan. Op die hele grote aarde verkoos Hij een plek (ten oosten  in/van Eden, Exodus 2:8) om zijn plan uit te voeren. Een plek waarvan uit Hij Zijn rijk zou kunnen regeren met behulp van Zijn getrouwen. 

 

God is liefde en is geen aannemer des persoons. Na de verbonden met Abraham had Hij, God, duidelijk voor ogen dat de nakomelingen Abraham de sleutel zou zijn van een groot volk dat Hem, God, bij zou kunnen staan om Zijn plan te verwezenlijken. Een uitverkoren volk. Een lievelingetje onder de volken? Zelf zagen zij dat meerdere malen niet zo zitten. Als Gods uitverkorenen om met Hem Zijn plannen aangaande mensheid tot stand te brengen en uit te kunnen voeren, moet zij wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Getrouw, rechtvaardig, rein en volhardend in het geloof en zich houden aan Zijn wet. Ga er maar aanstaan. 

 

Wij hebben echter te maken met een heel belangrijke beperking: wij zijn nog steeds niet instaat om alles omvattend te denken, dat wil zeggen, alles dermate op lange termijn te kunnen overzien en te beschouwen met de intentie van een schepper met liefde voor het geschapene of alles wat nog tot stand gebracht kán worden gebracht.

 

Als de Goden volgens Genesis vaststellen dat de mens ‘goden gelijk’ zijn geworden, begrijp ik daaruit dat zij voortaan instaat zijn hun eigen boontjes te doppen. Niet in de zin van: nu zoeken jullie het voortaan zelf maar uit, maar erin vertrouwende dat ze, de mens, met die verkregen macht om kunnen gaan. Met andere woorden: de mens moet instaat zijn om de juiste keuzes te maken teneinde op goddelijk verantwoorde manier te heersen over alles wat hun ter beschikking staat. En bovenal uiteindelijk samen met Hem een volmaakt bestaan mogelijk te maken.

 

God heeft daarvoor een keuze gemaakt onder volken: Israël! D.w.z., alle twaalf stammen. Niet alleen het volk, ook het land en plaats. In o.a. Ezechiël 16 spreekt God over liefde en huwelijk met het land (de bruid) en de bedroefdheid over de uiteindelijke teloorgang er van. Nu alleen rest de persoonlijke bemoeienis van God volgens het Abrahamistische verbond met Israëls inwoners. Zijn plan staat vast, alleen met hen zal het gebeuren. Dat er nog heel wat veranderen moet in het land en zijn inwoners, lijkt mij duidelijk. Goedschiks of kwaadschiks! 

 

lievelingetjes? Nee, die houd God er niet op na. Maar om door Hem Geliefd te worden, dat is heel andere koek. En al duurt het jaren of zelfs Millennia, geduld en heel veel liefde. Liefde die niet met de menselijke invulling van liefde te vergelijken is. Onder een Huwelijk met Hem, de almachtige, kom je niet makkelijk uit. Hij blijft Zijn belofte trouw... maar maak het niet te bond. Zijn liefde is gebaseerd op gerechtigheid en Hij heeft een plan, Zijn plan.

 

Oorspronkelijke tekst, 2010

 

God is liefde. Het kan er bij mij niet in dat Hij, waarvan geschreven is dat Hij geen ‘aannemer des persoons’ is er lievelingetjes op na houdt of een volk boven het ander verkiest, zelfs al staat dat zo in vooral het Oude Testament. Maar ik geloof dat als er een God bestaat Hij zijn schepping liefheeft.

 

Ik kan mij echter voorstellen dat Hij, even voor het gemak uitgaande van een mannelijk wezen, niet altijd gelukkig is met het gedrag van een deel van zijn schepping.

 

Ook kan ik mij niet voorstellen dat er sprake kan zijn van een goddelijk wezen dat eeuwigheid in eeuwigheid uit treurt of zich op zit te winden over onze gedragingen, straft of met voorkeur liefheeft en hen waarvoor Hij die voorkeur heeft nog eens extra op de proef stelt, met andere woorden: dwarszit, onder het mom van louteren. Daarmee de kans dat het goede overwint, niet uiteindelijk maar tijdens het leven van hen die het goede nastreven, oneindig uitstelt.

 

Als de Goden volgens Genesis vaststellen dat de mens ‘goden gelijk’ zijn geworden, begrijp ik daaruit dat zij voortaan instaat zijn hun eigen boontjes te doppen. Niet in de zin van: nu zoeken jullie het voortaan zelf maar uit, maar erin vertrouwende dat ze, de mens, met die verkregen macht om kunnen gaan. Met andere woorden: de mens moet instaat zijn om de juiste keuzes te maken teneinde op goddelijk verantwoorde manier te heersen over alles wat hun ter beschikking staat.

 

Zoals God beschouwd wordt als alles omvattend wezen, ofwel de oorzaak van al het zijn, al voordat Hij tot het scheppen van de wereld en de mens of misschien wel het heelal overging, dan zijn wij nu, Hem of Hen gelijk geworden, een deel geworden van al dat zijn.

 

Wij hebben echter te maken met een heel belangrijke beperking: wij zijn nog steeds niet instaat om alles omvattend te denken, dat wil zeggen, alles dermate op lange termijn te kunnen overzien en te beschouwen met de intentie van een schepper met liefde voor het geschapene of alles wat nog tot stand gebracht kán worden gebracht.

 

Een andere beperking is de voortdurende strijd voor het bestaan die ook de moderne mens nog steeds voert. Natuurlijk is strijd, en daarmee bedoel ik het streven naar oplossingen in belang van ieders bestaan, noodzakelijk.

 

Het probleem is echter, doordat wij nog steeds niet in staat zijn in algemeenheden te denken en ieders of elk leven te beschermen en doorlopend ons eigen belang nagenoeg altijd laten prevaleren, altijd en alsmaar eerder genoemde oppositie zullen ervaren. Zodanig, dat er vooralsnog geen sprake kan zijn van een alles overheersende Goddelijke liefde. Of je God nu ziet als een entiteit in vergelijking met de mens of als kosmische kracht, in beide gevallen zijn wij niet instaat ons met dat Goddelijke zodanig te vereenzelvigen om tot een alles omvattende liefde te komen.

 

Want het zou toch zo eenvoudig kunnen zijn. Het gebod: heb je naaste lief gelijk jezelf en God boven alles, moet haalbaar zijn, anders was het niet gegeven. Het is de sleutel tot alle mogelijkheden die er zijn om tot een innerlijk bewustzijn van de liefde van het Goddelijke te ervaren.