Het Uitzicht Beperkt
Hoofdstuk 1 De kerk
De betekenis van leden voor een kerkelijke organisatie?
Elke religie of kerkelijke gemeenschap predikt een daaruit voortvloeiende levenswijze verlangt van zijn leden een volledige overgave. Of je nu Jehova Getuige bent of een volgeling van Bagwan, blijdschap vindt bij de Pinkstergemeente of moslim bent, geen van deze gemeenschappen zal blij zijn als de prediking van een van de andere als mogelijke waarheid wordt overwogen. En velen van hen behoeden hun leden daarvoor door middel van allerlei activiteiten die hen zo dienen bezig te houden dat er weinig tijd overblijft om andere mogelijkheden te overwegen.
Die activiteiten variëren van motivatiebijeenkomsten en allerlei mogelijke vergaderingen of cursussen tot regelrecht zendingswerk. Bij de een op min of meer vrijwillige basis en bij de ander als een must, want anders ben je niet goed bezig, wat niet ten goede komt aan je zieleheil. Vervolgens krijg je het stempel opgedrukt een zwakke schakel te zijn. Hoewel het behoud van individuele ziel op de eerste plaats hoort te staan is die ziel ook een bron van inkomsten. Het onderhoud van vastgoed en de kerkelijke ambtenaren kost nu eenmaal geld. Als het ledenbestand afneemt, als leden besluiten naar een ander kamp over te stappen of gewoon genoeg van religie hebben, raken de zakjes, mandjes en schalen waarmee de giften worden geïnd minder en minder gevuld. en kom het voortbestaan van die kerk(gemeenschap) in gevaar.
Om toe te mogen treden tot een geloofsgemeente en als volwaardig lid geaccepteerd te worden zijn voorwaarden verbonden, die voorafgaand aan b.v. de belijdenis en doopbelofte worden besproken met de gegadigde, kind of volwassenen. Activiteiten, voorafgaande aan maar vooral ook na de doop of belijdenis nemen vaak veel tijd in beslag en zijn veelal bedoeld om je bij de les te houden en in de gemeenschap te houden. Aan buiten de box denken kom je op die manier niet toe. Er is altijd wel iemand die met de schriftuur in de hand of aan de hand van uitspraken van kerkelijke autoriteiten een antwoord weten de geven die je weer op het spoor brengen. Aldus wordt je "Het Uitzicht Beperkt".
Frankrijk is een heerlijk land om op vakantie te gaan. Mijn vrouw en ik genieten niet alleen van de natuur maar ook van de geschiedenis van het land. De kastelen en de kerken en kathedralen. Het is onvermijdelijk dat je op plaatsen komt waar de sfeer van de gebeurtenissen van vele eeuwen terug bijna tastbaar is. Vooral in Zuid Frankrijk, waar de kerkgeschiedenis zijn bloedige sporen heeft nagelaten en waar de kerk door middel van terreur en machtsmisbruik angst zaaide. Elke opstandige gedachte kon verschrikkelijke gevolgen hebben. Toen werden de gelovigen bezig gehouden door middel van kruistochten. Niet alleen met oog op de bevrijding van Jeruzalem, maar ook tegen afvalligen in Europa, de ketters.
Gelukkig gaat men, althans in de christelijke wereld, niet meer zover dat een opstandige gedachte de brandstapel tot gevolg heeft. Wel wordt soms de nadruk gelegd op de geestelijke dood en verbanning naar de hel. Toch zijn er landen die regeert worden volgens (niet christelijke) theocratische wetten, waar afvalligheid van het geloofd de doodstraf tot gevolg heeft.
Hoe mild de prediking van een religie ook lijkt te zijn, zodra die onderdeel uitmaakt van een grote organisatie die afhankelijk is van financiële bijdragen, dient meer er voor te waken niet geloofsblind te worden. Regels en voorwaarden tot daar aan toe, zodra de vrijheid om te denken en te onderzoeken wordt belemmerd plaats je als het ware een hekwerk om je heen. Of je nu gedoopt of besneden bent, een stip op je voorhoofd krijgt of in een oranje jurk moet gaan lopen, je plaatst jezelf in een hokje. Als je er zelf voor kiest dan heb je daar hopelijk goed over nagedacht.
Kleine kinderen doen dat (nog) niet. Die groeien op met vader en moeder binnen de omheining van het geloof en de groep of organisatie zal er op wijzen dat je (nu eenmaal) anders bent dan zij die buiten het hek verkeren.
Als je er geen moeite mee hebt regelmatig uit te moeten leggen waarom uit overtuiging dingen moet weigeren, zoals het afslaan van een sigaret, koffie en thee of een alcoholische drank, je verjaardag of christelijke feestdagen niet mag vieren, een stip op je voorhoofd hebt of in een oranje jurk loopt, zal het niet moeilijk zijn om in een kerkgemeenschap te leven. Als je de volstrekte eenzijdigheid van de prediking, zoals die bij elke kerk voorkomt, gemoedelijk over je heen laat komen en de dogma’s nederigheid verdraagt, gaat alles zijn gangetje.
Anders wordt het als je zelf leiding moet gaan geven aan groepen of de gemeenschap in het geheel. Dan moet je een standpunt innemen en verdedigen. Als leider dien je de handboeken te kennen en je aan de regels en voorschriften te houden en loyaal te zijn tegen over de je leiders. Ik zelf heb verschillende roepingen in leiderschap mogen vervullen en heb daar veel van geleerd en ben dankbaar voor diegene die mij hebben ondersteund.
Wat ook onderwezen wordt in de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, is altijd pal te staan voor de leer en te willen getuigen over de waarheid ervan. Maar dat geldt ook voor bijvoorbeeld de Jehova Getuigen of Pinkstergemeenten en andere moderne geloofsrichtingen. In de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is geen sprake van zogenaamde brainwashing; Ik vind net dat het luisteren naar pa en ma daaronder valt. Wel vind ik dat pa en ma moeten beseffen dat een eenzijdige opvoeding met betrekking tot geloofsonderwijs wel een beperking van zienswijzen kan leiden en Het Uitzicht Beperkt. Je kunt wegblijven of je uit laten schrijven. Zolang je ingeschreven staat in de registers van de kerk worden er natuurlijk wel pogingen ondernomen om je terug te brengen tot de kudde. Daar kunnen jaren overheen gaan, maar zolang je niet zelf schriftelijk te kennen geeft uitgeschreven te willen worden zal er zeker weer een drift ontstaan om verloren schaapjes terug te brengen in de kooi.
De leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zich vrij, ondanks bijvoorbeeld het voornoemde ‘Woord van Wijsheid’. Zij vinden dat juist door de keuze zich te houden aan die gedragscode hen een heleboel ellende bespaard blijft, zoals verslaving en de moeite die het kost om er vervolgens van af te komen.
Het christelijke gedachtegoed van een kerk behoort te leiden tot een gemeenschap die samen streeft om nader tot God te komen. Een lekenkerk als de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen waarvan de leden geacht worden zich ten volle in te zetten voor de verspreiding van het geloof en het reilen en zeilen van de organisatie, kan als organisatie op zich op den duur tot onenigheid leiden in bijvoorbeeld het gezin, de hoeksteen van de kerk en maatschappij. Zeker als het jonge gezinnen betreft. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen kent een grote hoeveelheid uit de meest uiteenlopende vergaderingen voor zowel de mannen als de vrouwen, kinderen en jongelui, naast de gewone bijeenkomsten op zondag. Organisatorisch, vormend, onderhoudend, vullen zij de agenda in een rap en herhalend tempo. Zoals dat gaat in een lekenkerk zijn de te vervullen taken en verantwoordelijkheden niet altijd evenredig te verdelen. Daardoor komt de last onevenredig bij slechts enkelen terecht. Zo kan dat leiden tot stress in de huiselijke omgeving. Kom je echter door die fase heen heb je veel geleerd en zelfs misschien wijsheid opgedaan.
Waar kies je voor. Gezin, God of kerk? Dat zou de volgorde van importantie behoren te zijn. Maar door de geestelijke druk, die vaak niet eens kwaad bedoeld is maar om organisatorische reden gewoon aanwezig is, wordt die volgorde al gauw eerst de kerk , God, en dan pas het gezin. God en gezin samen kan alleen leiden tot een goede balans, daarna pas de of een organisatie. En dan gaat het pas echt goed fout.
De kerk heeft op mijn leven een enorme stempel gedrukt en veel positieve invloed gehad op mijn doen en laten. Negatieve ervaringen waren meestal van menselijke aard. Zo zal het altijd zijn dat er velen zijn die alles maar over zich heen laten komen in de veronderstelling ‘ik geloof, dus ik zal zijn’ en de ander vol onbegrip voor de onverschilligheid die deze gedachte uitstraalt en ervan uitgaat dat geloof nu eenmaal niet zonder daden kan. En daar is volgens de prediking van Jezus wel wat voor te zeggen voor zo ver dat het ‘je naasten liefhebben’ betreft.
Veel kerken prediken volgens hen dé (enige) waarheid in huis te hebben, terwijl anderen juist elkaar opzoeken om tot een meer overeenkomstige gedachte komen. Maar zij die menen dé waarheid in huis te hebben zullen nooit water in de wijn doen. Zo zet je niet alleen als gelovige een muurtje om jezelf maar bouwt een kerk al gauw een soort Chinese muur om zijn gedachtegoed. Zo wordt de kwade en lelijke wereld op een afstand gehouden maar ook andersdenkenden. Wel leren leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen andersdenkenden te respecteren. Als ik Jehova Getuigen aan de deur krijg of leden van de Pinkstergemeente op het Zuidplein in Rotterdam Zuid ontmoet en zij vragen wat ik ben en antwoord dat ik dat ik ‘Mormoon’ ben. Dan neemt het gesprek ineens een andere wending. Dan blijk ik ineens lid te zijn van een duivelse kerk en krijg ik allerlei Bijbelteksten om mijn oren, die het ongelijk aan moeten tonen van de leerstellingen van ‘mijn’ kerk, teksten die veelal voor meerdere uitleg vatbaar zijn.
Het belang van een kerk in iemands leven kan heel belangrijk zijn. En elke kerk zal pretenderen dat het zieleheil der leden op de eerste plaats komt. Door de zoekende ervan te overtuigen dat hun manier de enige weg tot de zaligheid garandeert probeert men hen over te halen tot een doop, die nodig is om terug te keren tot Gods koninkrijk. En zo doopt men er lustig op los en vaak resulteert dat in een herdoop van mensen die al eens eerder waren gedoopt.
De doop blijkt niet alleen het ritueel in te houden van het verbond met God ter vergeving van zonden, waarbij het volgens mij zou moeten blijven. Dan zou herdoop niet nodig zijn. Maar in veel gevallen kan je zonder doop geen lid worden van de organisatie. Alsof het een vereniging of clubverband betreft. Aan de andere kant is het wel degelijk nodig om aan gerechtigheid te voldoen zoals Jezus zei tot Johannes de doper.
‘Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen.’ (Matheus 3 vers 15)
We dienen te begrijpen dat net als toen er ook nu meerdere geloofsrichtingen in het Jodendom bestaan. De doop tot bekering werd niet algemeen aanvaard. Door zich te laten dopen gaf Jezus te kennen dat de doop noodzakelijk is voor de bekering en in Zijn geval was het dan ook een verordening die inhield dat besneden zijn niet langer voldoende was.
Als je de woorden van Jezus goed leest, zou je zeggen dat de doop die Hij predikt iets anders inhoud en een stap verder gaat. Terwijl Hij al door Johannes de Doper is gedoopt zegt Hij:
‘Ik moet een doop ondergaan, en ik word hevig gekweld zolang die niet volbracht is’. (Johannes 12 vers 50)
Was het om de Heilige Geest te kunnen ontvangen zodat Hij die later kon uitstorten op zijn apostelen?
Was het om veel later te kunnen bemiddelen tussen Gods Recht over de individuele mens?
Om een op deze en andere vragen antwoord te krijgen heb je een op de Heilige Geest nodig. Daar is een persoonlijke geestelijke instelling voor nodig.
Ook de apostelen begrepen het niet altijd. In elk geval stonden de neuzen niet altijd dezelfde kant uit. Er ontstond er wel eens verschil van mening hoe de leer van Jezus uitgelegd moest worden. Zo reisden de apostelen niet alleen van hot naar her om het evangelie te verkondigen. Zij kwamen ook wel eens bijeen om te overleggen of elkaar op de vingers te tikken, bijvoorbeeld of bekeerlingen, heidenen in de ogen der Joods Christenen, besneden moesten worden of zelfs helemaal niet gedoopt behoorden te worden. Het kon niet uitblijven dat ook onder de volgelingen verschil van mening ontstond hoe de evangelieboodschap geïnterpreteerd moest worden. En zo zijn er van de hand van apostelen heel wat verklarende brieven verschenen, of bijvoorbeeld de vrouw wel of niet mocht spreken in de kerk en hoe de gelovigen van het avondmaal gebruik dienden te maken. 1 Korintiërs 11 vers 20:
‘ Wanneer gij dan bijeenkomt, is dat niet het eten van de maaltijd des Heren; 21 want bij het eten neemt ieder vooraf zijn eigen deel, zodat de een hongerig is en de ander dronken. 22 Hebt gij dan geen huizen om te eten en te drinken? Of minacht gij (zó zeer) de gemeente Gods, dat gij de behoeftigen beschaamd maakt? Wat zal ik tot u zeggen? Zal ik u prijzen? Op dit punt prijs ik niet…’
Ondanks verwoede pogingen om orde te houden in de christelijke beweging, was het onvermijdelijk dat er grote verschillen in opvatting en de naleving van de leerstellingen ontstonden. Het was geen kwestie van even een E-mailtje sturen of een belletje plegen. Een brief was weken, misschien wel maanden onderweg; een bezoek afleggen net zo.
Constantijn de Grote besefte dat de christenen een belangrijke factor waren in zijn rijk en ondanks vervolgingen niet te stuiten waren. Dus waarom niet proberen daar een politiek slaatje uit te slaan. Niet alleen hij, maar ook de intussen vele kerkelijke leiders zagen hierin de mogelijkheid om meer macht te krijgen.
Tijdens het concilie van Nicea werd besloten dat alle christenen (voortaan) behoren tot ‘een heilige algemene katholieke Kerk’. O, wee, als je daar anders over dacht. Het was de kerk die met goedkeuring van de keizer bepaalde wat wel en niet geloofd mocht worden. En zo is het nog steeds in heel veel landen waar gelovigen vervolgd worden als zij zich niet houden aan de staatsgodsdienst. Maar ook in landen waar sprake is van Godsdienstvrijheid word je niet als vol christen beschouwd als je niet lid bent van de een of andere kerk. En de doop wordt niet alleen beschouwd voor het ‘wassen der zonden’ of het geweten te zuiveren, maar ook als bevestiging als lid van een bepaald geloof en daarmee erkennend dat anders gelovigen op het verkeerde spoor zitten.
Andere kerken dopen helemaal niet. Het toelaten van Jezus in je leven is voldoende. Een ander zal donateurschap voldoende vinden om als lid beschouwd te worden. Net zoals een donatie voor een zendgemachtigde voldoende is om je als lid te beschouwen en zo meer zendtijd te bemachtigen, kan een kerk staatssubsidie krijgen aan de hand van het aantal leden. Het heil van de ziel wordt dan niet bepaald door het geloof maar door het lidmaatschap van een kerk en de offergave, die meestal alleen gebruikt wordt voor hen die op de een of andere manier beroepshalve bij het genootschap werkzaam zijn, in het bijzonder de predikant.