Het Uitzicht Beperkt
Hoofdstuk 3 De Bijbel
Het verstand en de Bijbel
Kunnen we de Bijbel te lezen met of zonder het gebruik te maken van ons verstand? Moeten we er over nadenken, het onderzoeken, analyseren en zo bepalen wat we geloven, of het aannemen zonder gebruik te maken van de grootste gave die de mens onderscheidt van alle andere levende creaturen: het verstand.
Als we de inhoud van de Bijbel alleen aannemen omdat het er zo staat, kunnen we net zo goed het weerbericht als Heilige Schrift beschouwen, daar kun je vaak ook alle kanten mee op. Er zijn immers honderden geloven gebaseerd op de Bijbel die allemaal op de een of andere manier een eigen uitleg hebben. Sommige hebben die zelfs naar hun eigen canon herschreven.
Anderen lezen de Bijbel als een geschiedenisboek, maar dat is helemaal niet de bedoeling. Dan kom je in de problemen. Geschiedenis bestaat uit chronologische feiten en moet op zijn minst door getuigen bevestigd en genoteerd zijn. En dat is zeker niet het geval met de Bijbel.
De Bijbel is niet onschuldig en verkondigt ook niet het zuivere evangelie. Met ‘niet onschuldig’ bedoel ik de manier waarop Gods woord werd begrepen, uitgelegd en vertaald. Gemoedsuitdrukkingen van psalmisten of beschrijvingen die uit overlevering, traditie, mythen of legenden voortkomen zijn vaak niet beschouwd vanuit de cultuur van de mens in de tijd waarover die gaan, en kunnen daarom niet zuiver zijn.
Zelfs de profeten worden meestal vanuit de derde persoon aangehaald; slechts weinige schrijven zelf en zijn dan nog vaak heel moeilijk te begrijpen. Denk bijvoorbeeld aan Jesaja of de Openbaringen van Johannes. Waren het profetieën voor toen of – en dat lijkt in elk geval soms zo – (ook) voor nu?
Natuurlijk gaat het om de geest van de boodschap die uit de schrift spreekt, maar dat wil niet zeggen dat het geschrevene op waarheid berust en in alle gevallen Gods woord is. Door de onzuiverheid kan je daar gerust een vraagteken bij zetten. Ik denk dat als je leest met geest je ook moet aanvaarden dat die wel eens kan aansporen eventjes na te denken. Je verstand gebruiken dus en de boodschap toepassen op het heden. Zoals de tien geboden bijvoorbeeld.
In het Nieuwe Testament worden voorvallen uit het leven van Jezus op verschillende manieren benaderd en beschreven.
Een goed voorbeeld in het verschil van hebben horen van is de ontdekking van het lege graf van Jezus. In Matheus 28 vers 8 bezoeken twee vrouwen het graf:
‘Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week, ging Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien.’
In Marcus 16 vers 1-2 zijn het er drie:
‘En toen de sabbat voorbij was, kochten Maria van Magdala en Maria, (de moeder) van Jakobus, en Salome specerijen om Hem te gaan zalven. En zeer vroeg op de eerste dag der week gingen zij naar het graf, toen de zon opging.’
In 24 vers 10 is sprake van minstens vijf:
‘Dit waren dan Maria van Magdala, en Johanna, en Maria, (de moeder) van Jakobus. En de anderen, die met haar waren, zeiden dit aan de apostelen.’
En in Johannes 20 vers 1 is het er maar 1:
‘En op de eerste dag der week ging Maria van Magdala vroeg, terwijl het nog donker was, naar het graf en zij zag de steen van het graf weggenomen.’
Het maakt natuurlijk als aanloop tot de eigenlijke gebeurtenis verder niet uit of er nu een, twee of drie vrouwen op weg naar het graf waren. Maar er staan best veel verschillende weergaven van uitspraken, gelijkenissen en omstandigheden in het Nieuwe Testament. Om die reden wordt door een aantal geloofsrichtingen de opstanding weggelaten uit hun bijbelversie.
De Bijbel in zijn hedendaagse vorm is door vele handen gegaan in elk geval niet origineel. Nieuwe kennis over het leven van Jezus, zoals het Thomas Evangelie en andere evangeliën die ontdekt werden in de Nag Hammadi geschriften, worden door de kerken vaak als vals bestempeld. Heel veel vertaald werk wordt ook bewust voor ons verborgen gehouden en is in veel gevallen allang verloren gegaan.
De onschuld en de zuiverheid van het evangelie ligt dus niet zozeer in de aanname van de Heilige Schrift, want dat is nu eenmaal de persoonlijke beleving ervan, maar ligt in de benadering van de uitleggers waarvan wij nu eenmaal afhankelijk zijn. Maar wat belet ons om ons verstand te gebruiken. Het zogenaamde geestgevoel kan ook de geest van de wens der gedachte zijn.
Als we het als een geschiedenisboek lezen kunnen we misschien een heel eind komen, maar niet volledig of in alle gevallen verantwoord en de hedendaagse wetenschap meent heel veel bijbelmythen te kunnen verklaren. Als we het lezen uit het oogpunt God te leren kennen dan moeten we de Bijbel proberen onbevooroordeeld te benaderen. En dat is bijzonder moeilijk, want we weten nu hoe die is ontstaan, dat wil zeggen, als schriftuur en zoals wij het kennen in boekvorm.
Wij leven niet meer in de middeleeuwen en willen, dat hoop ik althans, niet meer dom worden gehouden. Dat houdt in dat de moderne mens bijna automatisch kritisch beschouwt en durft te denken. Er is inmiddels heel veel bewezen kennis waaraan de gegevens uit de Bijbel kunnen worden getoetst. Hierdoor kan waarheid en legende, wetenschap en overlevering met elkaar worden vergeleken, waardoor de zuiverheid van de boodschap verstandelijk kan worden beschouwd en onzuiverheden er uit gefilterd worden.
De kunst is nu het verstand onbevooroordeeld te laten analyseren. Niet aannemen omdat het er staat of dat een ander het zegt, maar omdat wij iets, in dit geval de evangelieboodschap, begrijpen willen en het zuivere analytische innerlijke vermogen een kans geven een eigen idee te vormen en het aan te durven nieuwe ontdekkingen, zoals de Dode Zeerollen en de Nag Hammadi geschriften, te lezen.
Verstandelijk denken wordt meestal afgeraden als het gaat om het evangelie. De gedachte daar achter is dat de Schriftuur en het gepredikte Gods woord is, althans volgens de prediker, en dus vanzelfsprekend niet getoetst hoeft te worden. Hoe vaak zeg je geen amen na een preek, terwijl je gevoel zegt dat er iets niet klopt. Toch beaam je het. Je bevestigt het gesproken woord. Terwijl in veel wat wij dan gewone dingen noemen afgaan op ons gevoel, wijzen we dat zelfde gevoel af als het gaat op zaken die, geloofsmatig gezien, onze eeuwigheid betreffen.
Het leven op zichzelf is vol verrassingen, aangename en vervelende. Gods woord zou altijd aangenaam moeten zijn, maar door het leven op zich roept het toch zeker wel eens vragen op. Waarom ziekte en lijden. Waarom overkomt mij dat en een ander niet? Gods wil? Het lot? Zo is het nu eenmaal, God geeft en neemt?
De meeste angst voor het denken m.b.t. evangelische zaken is de angst die kan leiden tot verwijdering van het beleden geloof. Wat dan? Wat als de basis er niet meer is? Maar die basis blijft altijd bestaan, want die is niets anders dan Gods woord en niet wat volgens dogma’s beleden moet worden.
Gods woord kent geen angst. Opgelegde belijdenissen wel, zelfs al lijkt het soms niet. Elk instituut kent zijn sancties op overtreding van de statuten, gedragsregels of belijdenissen. Of het nu zakelijke of kerkelijke instituten zijn, er moet nu eenmaal een orde zijn en de neuzen moeten een kant op staan. Zakelijk gezien is daar niets mis mee en misschien wel een van de belangrijkst voorwaarden voor succes.
Maar welk succes staat voorop wat betreft geloofszaken. Dat van de organisatie? Hoera, we hebben 15 miljoen ingeschreven leden! Als je in staat bent om zelf je standpunt wat het geloof betreft te bepalen is dat een gave van God zelf. Dat kan er toe leiden dat je jezelf juist heel gelukkig en geborgen voelt in de gemeenschap waarin jij je bevindt.
Het kan ook zijn dat je besluit verder te gaan zoeken. Je zult versteld staan van de mogelijkheden die er zijn om de boodschap van het evangelie toe te passen zonder opgelegde regels. Maar dat geldt niet alleen voor kerkelijke instanties, maar voor alle richtingen die menen de enige manier te verkondigen om terug te keren tot God.
Zolang we er niet van uit kunnen gaan dat al het geschreven en verkondigde vanzelfsprekend Gods woord is, zijn we aan ons zelf verplicht ons geweten te beantwoorden als het aandringt het verstand te gebruiken. Gelukkig zijn hangt niet alleen af van materiële dingen, die zijn vaak het resultaat hard werken, gewoon van geluk of een erfenis. Het heeft ook te maken met gemoedsrust en dat heeft te maken met je geweten. En als je iets had kunnen weten, ook wat de Bijbel betreft, zijn alle niet gedachte mogelijkheden gemiste kansen op meer inzicht in het bovenzinnelijke.
Maar bedenk: wat jij gelooft is belangrijk, maar soms heb je wel hulp nodig. En niet alle aangeboden hulp is per definitie verkeerd. Ook Zijn Woord is door Hem eerst gedacht en daarna pas uitgesproken. En ook wij moeten nadenken alvorens we in Zijn naam spreken