Het Uitzicht Beperkt

 

Hoofdstuk 4

 

God kennen, God begrijpen, God bewijzen.

 

In de wetenschap betekent kennen vaak dat door onderzoek kennis werd opgedaan en dat die kennis er toe leidde dat er bewijs kon worden geleverd over het bestaan, de werking of de samenstelling van iets.

 

Wat het bovenzinnelijke betreft is het vooralsnog niet mogelijk bewijs te leveren, omdat het terrein ervan boven het normale denken uitgaat. Het uiteindelijke doel, het Godsbewijs tijdens het leven, zal altijd buiten bereik blijven. God zal zich niet laten bewijzen. Bewijs houdt immers in dat geloof, de basis voor de hoop, niet meer nodig is. Een God die in persoon aanwezig is zal door het gemak waardoor Hij dan bereikbaar is, zoals een afspraak met een dokter of psychiater,  eerder een belemmering zijn voor een vrije geest dan een verrijking. Het zelfstandig denken is tenslotte ook een Goddelijke gave, nou ja, afgesnoept door het nemen van de ‘verboden vrucht’ natuurlijk.

 

Het is wel mogelijk, indien men onschuldig, zuiver en zich met een open geest bezig houdt met het bovenzinnelijke, de waarden van dat bovenzinnelijke uit te dragen, waardoor anderen kunnen zien dat men veranderd is in doen en laten. Dat men leeft volgen de normen en waarden die Goddelijke voor ons betekent. Naastenliefde, zachtmoedigheid, compassie en dat soort goede eigenschappen.

 

Dat men God ooit zal kunnen bewijzen door middel van wetenschappelijk onderzoek is niet denkbaar; Hij zal zich niet laten bewijzen. We leren immers dat niets onreins in Zijn tegenwoordigheid kan komen of vertoeven. Dus leerstellig gezien zijn alle pogingen daartoe bij voorbaat tot mislukking gedoemd. Alle pogingen van de gelovige om  Gods te bewijzen of zelfs te beredeneren zijn eigenlijk een teken van zwakte van zijn geloof. Alleen de wetenschap heeft baat en reden voor onderzoek, want elk bewijs levert stof voor verder onderzoek.

 

Verder kunnen we ons zelfs afvragen of het belangrijk is God te bewijzen voordat er begrip kan worden opgebracht voor de reden van Zijn zijn, behalve dan dat het een verklaring zou kunnen geven voor ons eigen zijn en het doel er van. Maar de drang om een reden te vinden voor het bestaan houdt nu eenmaal in een oorsprong te vinden voor het leven en iets of iemand moet daartoe de aanzet hebben gegeven.

 

Degenen die geloven in iets, kwamen niet verder dan de oerknal en zij die niet verder kwamen dan geloven en niet zochten naar een reden of enig causaal verband met ervaringen, bedachten dat een hogere macht de oorzaak moest zijn geweest en gaven die macht de titel  ‘God’, tussen haakjes omdat in deze context alles van godswege gebeurt of is.

 

Het evangelie gaat uit van een creatieve schepping van de aarde en al het leven er op. Anderen gaan uit van de evolutie volgens bijvoorbeeld Darwin. Zowel het een of het ander kan niet zijn zonder enige overeenkomstigheid met elkaar. Waar de ene theorie uitgaat van creatie is actie, gaat het ander uit van creatie naar aanleiding van een oorzaak die tot een natuurlijke reactie leidde. Eigenlijk komt het op hetzelfde neer. Behalve dan dat de een denkt dat God zich nog steeds met de schepping bezig houdt, terwijl de ander denkt te kunnen bewijzen dat de natuur zich herhaald en ontwikkelt.

 

De een meent dat er altijd materie moet zijn geweest terwijl er ook een theorie is die zegt dat God iets van zichzelf gebruikte om een begin van alles te bewerkstelligen. Maar wat God is en waar Hij zich bevindt kan niemand met stelligheid vaststellen zonder het bovenzinnelijke in te schakelen. En dan nog is elke ervaring puur persoonlijk, door anderen vaak bekritiseert. Lees bijvoorbeeld de werken van Emanuel Swedenborg en de reactie daarop van Immanuel Kant.

 

De eigenschappen van God worden ons gegeven door de Heilige Schrift en door de openbaringen van Bijbelse of hedendaagse profeten[1]. Het kennen van God wordt niet bereikt door alleen studie van de Heilige schrift of andere geschriften zonder te trachten die studie toe te passen of op zijn minst een plaats te geven in het denken. Pas dan zal men enigszins de enormiteit wat het God zijn inhoud een vorm kunnen geven maar er nooit een volledig begrip van krijgen.

 

Een paar van de eigenschappen van God zoals wij die kunnen leren uit de Bijbel zijn:

 

  1. Almachtig
  2. Alziend
  3. Al om aanwezig
  4. Rechtvaardig
  5. Barmhartig
  6. Liefdevol
  7. Jaloers
  8. Onveranderlijk
  9. Ons evenbeeld
  10. Wraakzuchtig

 

In Johannes 17 vers 3 wordt ons verteld:

 

‘En dit is het eeuwige leven, dat zij u kennen, de enige waarachtige God en Jezus Christus, die Gij gezonden heeft…’

 

Het eeuwige leven bestaat volgens dit vers uit het kennen van God, de Almachtige, en zijn Zoon, Jezus Christus. Dit is volgens Jezus zelf de enige weg om tot begrip te komen van het eeuwige leven, in het koninkrijk Gods wel te verstaan. Voor gelovige is het dus belangrijk een studie te maken over God en Jezus Christus. Het is een voorwaarde voor het eeuwige leven. Het is dus niet een kwestie van terugkeer naar of om eeuwig te kunnen leven, nee, door God en Jezus Christus te kennen is het eeuwige leven. Het is een geestelijke kwestie. De omstandigheid waarin je denken bevindt na het kennen van God en Jezus Christus. De vraag is, hoe doe je dat?

 

Er zijn er genoeg die u daarbij willen helpen. De een uit oprechte overtuiging en de ander uit winstbejag. Zo zijn er TV-predikanten waar je met plezier naar kunt luisteren terwijl er anderen zijn waar het enge er van af straalt.

 

Ik heb gezien hoe een predikante een zaal plat kreeg met haar ‘act’ over de kracht van God. Als zij iemand aanwees viel die persoon letterlijk om. U kunt zich de consternatie voorstellen. Het was eerder een manier om mensen te overtuigen van haar kunnen dan een Godsbewijs.  Of het iets te maken had met God leren kennen werd mij niet duidelijk. Het was walgelijk om te zien en had eerder iets satanisch. Ik heb er ook niet lang naar gekeken.

 

Een andere TV-pastoor waar ik wel graag naar kijk en luister geeft heel enthousiast en op een eenvoudige manier op seminarieachtige wijze uitleg aan de Bijbel. Iemand waar je van kunt verwachten wat van op te steken, schriftuurkennis, geschiedenis en betekenis van woorden. Kennis die probeert God en Jezus Christus te leren kennen voor zover ons denken dat toelaat.

 

Zoals ik al eerder schreef, kan een kerk een goede basis en aanleiding zijn om God te willen leren kennen. Maar het gevaar is dat je de mogelijkheden laat afhangen van het gepredikte woord zonder verstandelijke uitwisseling van mogelijkheden buiten die prediking om. Er is meestal wel een aansporing tot onderzoek van de Bijbel, maar die mag vervolgens niet afwijken van dat wat gepredikt wordt. Mijn eigen ervaring is dat schriftuur gebruikt wordt om leerstellingen van een specifieke geloofsrichting te bewijzen. De kunst is dat te doen op een manier dat er geen behoefte ontstaat om aan het gepredikte te twijfelen. De predikante van bovengenoemd voorbeeld had wat dat betreft wel voor elkaar.

 

Maar nergens in de Bijbel wordt aangegeven bij welke kerk je jezelf moet aansluiten, behalve dat Jezus aangeeft volgens Johannes 14 vers 6:

 

‘Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.’

 

Als Jezus al ergens naar toeging was het de tempel of de synagoge en verder ontmoete Hij zijn volgelingen meestal in het open veld of bij mensen thuis. Misschien zelfs wel bij zichzelf thuis. In elk geval hadden Hij en de apostelen waarschijnlijk een plaats waar ze elkaar ontmoetten. En dat kan best in een van hun eigen huizen zijn geweest, zoals tijdens het laatste avondmaal en de ruimte waarin Hij verscheen na zijn opstanding waar de apostelen bijeen waren.

 

Om God te leren kennen kan je maar het beste naar je eigen innerlijke stem te luisteren. Maar dat is moeilijk. Het kan best zijn dat je in eerste instantie hulp en leiding nodig hebt of denkt te hebben. Het is ook goed om met anderen te kunnen nadenken, want het is belangrijk je zienswijze te toetsen. Je zult je verbazen hoeveel je van elkaars zienswijze kunt leren. In een instelling die leerstellingen verkondigd waarvan niet mag worden afgeweken, is dat onmogelijk. Het uitzicht op persoonlijke ontwikkeling wordt zondermeer beperkt.

 

Het is echter heel belangrijk dat je jezelf leert kennen. Wat zijn je plus en je mins. De behoefte om God te leren kennen komt meestal niet zomaar. Het heeft een oorzaak. En die oorzaak moet geanalyseerd worden. Is er puur een behoefte aan kennis om de studie alleen? Vanwege een kerkelijke roeping die dat vereist? Komt de behoefte voort uit verdriet of tegenslag? Of juist uit dankbaarheid en bewondering voor bijvoorbeeld de schepping? Omdat je de leerstellingen van een geloof moet kunnen beredeneren omdat anderen je met hun wijsheid om de oren slaan, of anders om? De redenen om God te leren kennen kan dus zeer divers zijn.

 

Het ware verlangen om God te leren kennen moet de wens voor toenadering tot Hem zijn. Dan moet ik denken aan de droom die ik had over de ontmoeting met Hem in ‘mijn’ villa. Waar het in die droom op neer komt is, dat ik Hém wel kende, maar dat het tijdens mijn toenadering tot Hem ik mij zelf analyseerde en tot de conclusie kwam dat ik Hem (op dat moment) niet kón ontmoeten.

 

Elke toenadering tot God of het Goddelijke kan alleen tot stand komen vanuit een besef van de eigen innerlijke toestand en of die zuiver genoeg van aard is om Hem te kunnen benaderen. Want niets onreins kan immers in Zijn tegenwoordigheid komen of vertoeven. Maar het kan wel. De tekst uit Markus 10 vers 15 en  18 vers 16 en 17 geeft een aanwijzing:

 

‘Maar Jezus riep ze tot Zich en zeide: “Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods.’”

 

‘Voorwaar, Ik zeg u: ”Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan.’”

 

Bedoeld wordt het zuivere en onbaatzuchtige karakter van een kind dat onbevooroordeeld in staat is de evangelie boodschap te ontvangen. Hier kom ik later op terug.

 

Het onbaatzuchtige en oprechte verlangen om God te leren kennen is belangrijker dan Hem in letterlijke zin te vinden. Veel belangrijker is het om tijdens je leven een plaats te vinden voor de boodschap van het evangelie. Hoewel er religies zijn die menen te kunnen uitleggen waar de woonplaats van God zou kunnen zijn, is het duidelijk dat die kennis geen enkele toevoegende waarde heeft. De waarheid wat dat betreft valt vooralsnog niet bewijsbaar zijn en doet er daarom niet toe.

 

Er zijn veel kerkvaders die in het verleden en ook tegenwoordig de omstandigheden van een leven in tegenwoordigheid van God, of juist niet, aan hun toehoorders verkondigen. De een aan de hand van de Bijbel, de ander door openbaring die men dan dient aan te nemen. Als het belangrijk zou zijn dat wij die kennis zouden hebben, zal ons die persoonlijk worden geopenbaard of bevestigd worden. Het eeuwige leven door Hen te kennen is vooralsnog belangrijker dan je te verdiepen in de omstandigheden waar in Zij verkeren.

 

Al onze moeite God en Jezus Christus te leren kennen en daardoor het eeuwige leven, moet door onze eigen zuivere intentie en oprechte verlangen komen. Niet omdat het een interessant weetje is om mee te koop te lopen in de prediking of omgang met anderen.

 

[1] De kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen wordt geleid en gepresideerd door een profeet. Zie: www.LDS.org of www.kerkvanjezuschristusvandeheiligenderlaatstedagen.nl