Wat zijn mensen toch rare dingen. Altijd maar afgunst, haat en nijd. Pas als het vaak te laat is gaan we eens nadenken... misschien is het al te laat...
Met vriendelijke groet
De wereld was geschapen
En alles was er goed
Vogels, vissen, apen
En voedsel in overvloed
Maar toen schiep God de mens
Subliem, zo wordt beweerd
Maar eenmaal met z’n tweeën
Ging het algauw verkeerd
Toen was er al gauw strijd
De mensheid in gevaar
Als grote zwarte vliegen
Vertrapten ze elkaar
Verblind door bloed en tranen
Verweten zij zelfs God
En krabden in hun angsten
Aan de muren van hun lot
De hoop was lang verdwenen
Een uitweg vond men niet
Men zocht naar veil’ge orden
Maar vond nog meer verdriet
Uiteindelijk werd besloten
Het antwoord vond men in
God maar te gaan zoeken
Maar had dat nog wel zin?
Mannen in raketten
Zochten naar Gods bestaan,
Speurend in de ruimte en
De achterkant der maan
Pas na heel veel jaren
En een eindeloze tocht
Werd Zijn woonplaats toch gevonden
Waarnaar men zolang zocht
Toen zij naar binnen gingen
Was het leeg en niemand daar
Wel lag er op een tafeltje
Een briefje voor hen klaar
Er stond:
Ik wist dat jullie kwamen
Vol ongeloof, haat en spot
En besloot maar te vertrekken
Met vriendelijke groet, God.
Tekst en muziek: Henk van Grondelle,
29 december 2008