Het Uitzicht Beperkt

 

Over kikkertjes en de seksualiteit.

 

Het doel van de seksualiteit is de voortplanting van mens of dier en in zekere zin ook van planten, die ook door hun geur of kleur insecten aantrekken die voor de bestuiving zorgen. De schoonheid die periodiek optreed en typerend is per soort of ras is een lust voor het oog. De schoonheid die in en door de seksualiteit ervaren wordt is voor mens en dier – bewust of onbewust – heel belangrijk.

 

Met de gevoelens die ontstaan dient met respect te worden omgegaan. Dan is er niets mis mee. Als je een veld met bloemen ziet kan je daar best uitbundig op reageren, maar dat wil niet zeggen dat je er als een dwaas doorheen moet te gaan rennen of het hele veld kaal moet plukken om die gevoelens te bevredigen. Je kunt er voor stoppen, foto’s maken, er een uurtje blijven zitten om te genieten van de kleuren en geuren, picknicken – daarna wel de rommel opruimen - en er nog jaren aan terugdenken of de behoefte hebben om herhaaldelijk naar die plek terug te keren.

 

Van (die) indrukken kunnen zelfs sensuele gevoelens ontstaan waardoor je zin krijgt om terplekke met elkaar te vrijen. Dat is zeker bij dieren vaak het geval. Wat ons betreft is het verstandig om even om je heen te kijken. Een seksuele ervaring kan lange tijd als een dierbare herinnering bewaard worden of het nu wel of niet op een blijvende relatie uitdraaide. En daar is dus nog steeds niets mis mee, vrijzinnig gedacht natuurlijk. Je moet dat niet van de kansel prediken.

 

Maar indien seksualiteit leidt of verleidt tot perverse of extreme uitingen die door een der partijen wordt ondervonden als vernedering, minachting of lijden, kan ik mij goed voorstellen dat diegenen die er niet vrijzinnig over denken zeggen dat ‘God not amused’ is.

 

Maar ook vanuit godsdienstig oogpunt gezien, kan ik mij niet voor stellen dat seksualiteit en alles wat daarmee te maken heeft per se zonde, slecht of kwaadaardig is, integendeel. Het is en blijft tenslotte een mooi en geweldig onderdeel van het beleven van het leven. Zelfs een van de belangrijkste voorwaarde voor het leven. En als we ervan uitgaan dat het een onderdeel is van Gods plan, dan mogen we het zelfs een gave noemen, maar die met respect dient te worden gebruikt ten opzichte van elkaar.

 

In Prediker 3 vers 13 staat:

 

‘Wanneer hij zich aan eten en drinken tegoed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God.’

 

En in Prediker 3 vers 22:

 

‘Daarom, zo heb ik vastgesteld, is het maar het beste voor een mens dat hij vreugde put uit alles wat hij onderneemt’.

 

Deze uitspraken van (de) prediker doen vermoeden dat aardse geneugten niet per definitie zondig zijn en de vreugde die daardoor wordt ondervonden ook niet. Belangrijk is dat je vreugde ervaart in alles wat je onderneemt. Daar valt ook ervaring met betrekking tot de seksualiteit onder. Of daar nu mee de voortplanting wordt bedoeld dan wel een uiting en herhaalde bevestiging van de wederzijdse liefde.

 

Seksualiteit en de daaruit mogelijk voortvloeiende daad, die zo mooi gemeenschap wordt genoemd, behoort – en zal over het algemeen – een positieve en liefdevolle ervaring te zijn, al gebeurt het in een opwelling. Het gemeenschap hebben met elkaar betekent dat je iets met elkaar gemeen hebt.

 

Maar er is duidelijk verschil tussen seksueel verlangen vanuit het gevoel van wederzijdse liefde - al is het in een opwelling - dan wanneer er sprake is van eenzijdige lustgevoelens die bevredigd moeten worden, wat niet eens een verkrachting hoeft te zijn. De ander is dan toch slechts het object waar die ander zich op uitleeft.

 

Ik kan mij een documentaire herinneren die daar een duidelijk voorbeeld van gaf. Het was een documentaire die ging over het vermoedelijke ontstaan van HIV en was opgenomen in een of ander Afrikaans land in de jaren tachtig.

 

Een flinke vrouw, echt zo’n big mamma (met alle respect), zo een waarvan je kunt verwachten dat die ‘niet over zich heen zal laten fietsen’ en die iemand met kwade bedoelingen zonder moeite een dubbele salto zou meppen, stond met haar armen op het hekwerk van een kraal geleund naar de koeien te kijken die daar in bij elkaar gebracht waren. De zon werd gefilterd door wolken stof die om haar heen golfden die door de koeien werden opgeworpen. Op zich een mooie opname.

 

Er kwam een man langs, die deed zijn broek omlaag en de rok van de vrouw omhoog en nam haar. Zo eenvoudig als ik het beschrijf gebeurde het. Het enige wat de vrouw deed, was achterom kijken in de trant van ‘wat gebeurt hier nou?’ Het duurde maar een paar seconden. Zoals een stier een koe dekt. Hij trok zijn broek omhoog en liep weg, haar in der blote achterlaten, nog steeds met de armen geleund op het hek. Toen pas reageerde de vrouw. Ze hief haar arm omhoog met gebalde vuisten en riep hem duidelijk boos wat na. Of dat nu was vanwege wat er gebeurd was of omdat hij niet de moeite nam om haar rok weer naar beneden te doen, dat viel niet uit haar reactie op te maken. Ze deed haar rok omlaag en leunde weer met haar armen op het hek alsof er niets gebeurd was. De zon scheen nog steeds bleekjes door de dikke laag stof heen. Ja echt, alsof er niets gebeurd was. Het leek wel als of het in scène was gezet.

 

De bedoeling van de documentaire was verder duidelijk, onveilige seks. Maar ik weet nog dat ik heel verbaasd was over het dierlijke van die handeling die volstrekt - door beide zijden - zonder respect werd verricht of ondergaan, van welke kant je het ook bekijkt.

 

De film benadrukte dat dit niet een op zichzelf staand geval was, maar de gewoonste zaak van de wereld. Een onverschilligheid maar ook onbekendheid voor de gevaren die door zijn algemeenheid leek te leidden tot een epidemie die nu, anno 2009, miljoenen slachtoffers heeft geëist. De vrouw uit de documentaire leek verder niet lichamelijk verwond of zelfs geschokt te zijn; zo leek het althans.

 

Anders was dat bij het kikkertje uit de documentaire die ik onlangs zag. Deze ging over de voortplanting een soort kleine kikkertjes in het Amazonegebied. Op zich geen wereldnieuws in de zin van de ontdekking van een nieuwe soort, maar wel welke uitwerking de voortplanting had op de soort. Om de een of andere reden was er in de loop der tijd een tekort ontstaan aan vrouwtjes. Het gevolg was, dat in de paartijd een vrouwtje wel door vijftien mannetjes werd besprongen. Niet afzonderlijk, maar tegelijkertijd. Het resultaat was dat die hele kluwen hitsige mannetjes met elkaar vochten om een mogelijkheid te kunnen paren met het vrouwtje.

 

Als kikkertjes eenmaal hun plek gevonden hebben op het vrouwtje laten ze haar meestal niet meer los. Dat kan een paar weken duren, in elk geval tot de eitjes afgezet zijn en bevrucht. Bij ons zie je wel eens kikkers in de vijver, die dan rustig met hun tweeën, hij op de rug van het vrouwtje met de pootjes stijf om haar heen geklemd, heen en weer zwemmen.

 

In het geval van de Amazone kikkertjes werd het een bloedbad. Niet alleen werden sommige mannetjes het slachtoffer van het gevecht, maar ook het vrouwtje. Haar buikje werd door de scherpe klauwtjes van vechtende en buitenzinnige mannetjes uiteen gescheurd en haar ingewanden uit elkaar gerukt. Het vechten ging echter gewoon door. De aandrang tot paren was desondanks zo hevig dat er toch zaad werd geloosd. Tevergeefs natuurlijk. Het vrouwtje was allang dood. De voortplantingsperiode droeg op die manier bij aan de oorzaak van het uitsterven van die soort en werd instinctieve nutteloze daad.

 

Dat zelfde zie ook wel bij eenden, als de woerden in hun voortplantingsdrang met meerdere tegelijk een vrouwtje aanvallen, anders kan je het niet noemen, vanuit ons gezichtspunt natuurlijk. Gebeurt dat nu op de kant dan zie je soms dat het vrouwtje er niet zoveel moeite mee heeft. Het resultaat is vaak een nest met soms wel veertien kuikens van gevarieerd pluimage. Gebeurt het een en ander echter in het water, dan wordt het vrouwtje soms zolang onder gehouden dat zij verdrinkt. Toch lokt zij dit gedrag zelf uit door duidelijk blijk te geven van haar gewilligheid tegenover het mannetje waarmee ze al een paar weken de sloot deelt. De andere mannetjes worden er echter ook door aangespoord en laten zich de kans niet gemakkelijk ontnemen. Haar partner probeert in eerste instantie nog de concurrentie van haar lijf te houden, maar uiteindelijk vliegt het hele stel op. Zo zie je vaak eenden hard kwakend over vliegen, een vrouwtje en meerdere woerden. Later zie je dan zo’n paartje uitgeput ver van de sloot in het hoge gras verscholen zitten in de hoop een ogenblikje rust te hebben en niet ontdekt te worden.

 

Dan heb je ook de koekoek die zich wel wil voortplanten maar verder niet voor het nageslacht wil zorgen. Zij leggen hun enige ei in het nest van een andere soort dat ze al enige tijd in de gaten hebben gehouden. Ze houden in de gaten wanneer de eieren gelegd worden in het nest van de toekomstige ‘pleegouders’ en leggen dan in een onbewaakt ogenblik hun ei erbij. Het geval wil echter dat het ei van de koekoek zich al een aantal dagen heeft ontwikkeld voordat het werd gelegd. Het ei van de koekoek komt gewoonlijk een paar dagen eerder uit en dat kuiken is dan al een stuk groter als ook de andere eitjes uitkomen. Het resultaat is dan ook dat het nest algauw te klein wordt. Het koekoekskuiken duwt dan de ander kuikens, die nog veel kleiner zijn en niet eens kunnen zien, het nest uit.

 

Tijdens onze vakantie zagen we een stel eksters met een koekoeksjong rondvliegen. Dat waren dus nog grote ‘pleegouders’. Ze werden helemaal gek gezeurd door het kuiken, dat inmiddels zelfs groter was dan de eksters. Op den duur viel ze hen zelfs aan in een poging om voedsel aan hen te ontfutselen. Het duurde nog een week en op een gegeven moment zagen wij de eksters wegvliegen en kwamen niet meer terug. Het jong heeft nog een uurtje zitten wachten en is uiteindelijk ook weggevlogen. Nu waren dat tamelijke grote ‘pleegouder’, maar heel vaak zijn ook kleinere soorten de klos van het in onze ogen onaanvaardbare gedrag van de koekoek.

 

Zo zijn er verschillende soorten spinnen en sprinkhanen die hun mannetje na de geslachtsdaad opeten als ze niet snel genoeg maken dat ze wegkomen. En die mannetjes willen dat echt niet, gezien hun oneindige geduld om het vrouwtje ongemerkt te kunnen benaderen en bevruchten. Misschien wil dat vrouwtje wel helemaal niet. Net zoals de vrouw in Afrika. Misschien was die man ook zijn leven niet zeker als hij zich van te voren had aangekondigd en zijn bedoelingen kenbaar had gemaakt.

 

Als het gedrag van de dieren betreft denken wij in de trant van ‘zo is de natuur nu eenmaal’. En in principe kan dat gedrag ook niet vergeleken worden met die van de mens, behalve als we ons als een diersoort beschouwen die door de evolutie is ontwikkeld.

 

Van de denkende mens, in tegenstelling tot het instinctieve dier, mag worden verondersteld, dat die altijd verstandelijk met dit soort gevoelens om zal gaan. Maar niets is minder waar.

 

Waar het dier in deze geëxcuseerd kan zijn vanwege zijn dierlijke instincten en in veel gevallen de afhankelijkheid van de seizoenen volgt, behoort de mens aangesproken te worden op zijn ongewone gedragingen met betrekking tot zijn seksuele activiteiten. Als we het over een afwijkend gedrag bij de dieren hebben, spreken we bij de mens over variaties, soms te walgelijk om over te praten en ook redelijk vaak gepaard gaande met verminking en soms zelfs met de dood als gevolg, al of niet met voorbedachten rade.

 

Het dier heeft geen besef van goed of kwaad en wat zijn driften betreft kan het niet denken over de eventuele gevolgen, maar handelt het naar de behoeften van zijn natuur en hoeft zich niet te schamen. De mens heeft zat ideeën met betrekking tot de seksualiteit die men wel met de collega’s op het werk bespreekt. Niet tijdens het avondeten waar de kinderen bij zijn, dat gaat dan weer te ver.

 

Waar ligt de grens? Is er een grens? Wanneer verandert het menselijke gedrag in dierlijk gedrag? Is de seksualiteit alleen bedoeld voor de voortplanting? Mag je er van genieten?

 

Het dier wordt in de meeste gevallen wat seksualiteit betreft beperkt door de seizoenen. De mens, net als bijvoorbeeld ratten en muizen, is in staat zich het hele jaar door voort te planten. Bij dieren zie je in geval ze zich onderaan een voedselketen bevinden, zich in grote aantallen voort planten om als soort te kunnen blijven bestaan. Niet de mens, die alles overweegt. Bewust een aantal of juist helemaal geen kinderen ‘neemt’. Beide keuzen kunnen leiden tot verstoring van het evenwicht in een gezonde samenleving.

 

Gezinsbeperking of helemaal geen kinderen leidt in de westerse wereld tot vergrijzing en verstoring van het economische systeem, zoals in de zorg en de pensioenen. In zogenaamde ontwikkelingslanden, waar kinderen vaak de waarborg zijn voor de zorg voor de ouders op latere leeftijd, worden zij bedreigd door ziekten en oorlogen. In beide gevallen speelt de seksualiteit een grote rol, waarbij in het ene geval schoonheid op de eerste plaats komt en in het andere slechts de noodzaak om te overleven.

 

Naast dat het besluit tot gezinsbeperking om medische redenen of redenen die voortkomen uit familietrauma’s, speelt ook het economisch belang een rol. Of het ongemak dat men verondersteld van kinderen te zullen hebben. Maar de behoefte wil bevredigd worden en aan de eventuele daar uit voortvloeiende denk je dan niet. Ook in dat opzicht maakt ‘liefde’ blind.

 

De godsdienstige mens, de christelijke op God gerichte mens, gaat uit van de schepping en na d val van Adam en Eva goddelijke aard van mens en dier. Maar is de zienswijze op en de uiting van gevoelens met betrekking tot de seksualiteit vanaf het begin geweest zoals nu?

 

Gezien vanuit christelijk godsdienstig perspectief, dat wil zeggen geloofsmatig – pistisch noemt men dat -, niet. We kunnen God beschouwen als de liefdevolle oorsprong van ons zijn en met een volmaakt gevoel voor harmonie in alle aspecten en voorwaarden voor ons bestaan als mens hier op aarde. Om het voortbestaan van de mens te waarborgen kunnen we gerust aannemen dat er geen behoefte was aan perversiteiten of extremiteiten. Dat zijn gedragingen die slechts gericht zijn op genot en het gevolg zijn van wellust, in tegenstelling tot het genieten dat gepaard gaat met respectvolle, liefdevolle en zuivere gedachten.

 

Met lustgevoelens bedoel ik de gemoedstoestand die louter de egoïstische gevoelens bevredigen zonder rekening te houden met de ander, die daardoor slechts het object is dat aan die behoefte kan voldoen.

 

Pistisch behoort te worden aangenomen dat egoïsme een tegenstelling is dat kwaad inhoud en dus in de Hof van Eden in het begin niet voor kwam. Perversiteiten en extremen op het vlak van de seksualiteit dus ook niet, ervan uitgaande dat alles er goed was. Die eigenschappen komen voort vanuit een zich ontwikkelend negatief dualistisch denken. In mogelijkheden die slechts tegenstellingen zijn en overwogen konden worden zag men voortaan alleen nog goed en kwaad.

 

Een godsdienstleraar vertelde mij eens dat het lezen van lectuur over het algemeen geen blijvende herinnering geeft, maar het lezen van porno is bijna onmogelijk uit de herinnering te wissen en leidt tot vergelijkingen en handelingen die verkeerde lustgevoelens opwekken. Dan is er vanzelfsprekend en altijd sprake van overtreding van Gods wet op dit gebied. En omdat lustgevoelens moeilijk uit te bannen zijn ben je al zondig.

 

Andersdenkenden gaan er van uit, dat juist het dualisme de mens in staat stelt het beoogde doel, de wijsheid die tegenstelling vereist ter overweging, nodig is om tot een volledig denken te komen. Ook zijn er die er van uitgaan dat de aarde en het leven daarop helemaal niet door de ‘Goede God’ werd geschapen maar door een andere. Eentje die zijn boekje eigenlijk te buiten ging en nogal wat foutjes maakte. De schepping die volgens deze zienswijze niet volmaakt kan zijn is daarom gedoemd (niet verdoemd) tot verval en allerlei zonden. De leer van het Katharisme is daar een voorbeeld van.

 

Ook is er de gedachte dat zonde niet bestaat, maar een gevolg is van verkeerde keuzen die er worden gemaakt. De leer dat tegenstellingen niet per definitie slecht hoeven te zijn, maar dat elke keuze een causaal verband in zich heeft, ofwel: oorzaak en gevolg.

 

Natuurlijk is het wel zo dat heel veel oorzaken bij voorbaat zijn te verbinden met onvermijdelijke gevolgen. Ervaringen van anderen kunnen als voorbeeld genomen worden. Dan zou het wel zonde zijn een keuze te maken die tot nare gevolgen leidt.

 

Een gezegde luidt: ‘Een dom mens leert van zijn fouten, een wijs mens leert van andermans fouten’.

 

Echter, dan is het zonde in de zin van ‘zonde van de tijd’, of ‘zonde van alle moeite’, of ‘zonde van het geld’. Het blijft je eigen keuze in een veelvoud van de mogelijkheden die er te kiezen zijn. In werkelijkheid is het begaan van zonde niet af te schuiven op een Satan of andere vormen van kwaad. Of Satan nu wel of niet bestaat, het kennen van goed en kwaad is volgens de Schrift een goddelijke eigenschap die verantwoordelijkheid inhoud met betrekking tot het kiezen en het handelen wat er uit voor komt.

 

Zo kan er in verband met de seksualiteit ook vele keuzen gemaakt worden. Je kunt kiezen tussen het algemeen ‘normale’ of voor het experimenteren en het ‘gewone genieten’ uitbreiden. Tot zover lijkt er nog geen vuiltje aan de lucht, maar in elk verlangen schuilt in zekere mate de kans op vervuiling. In alle aspecten van het leven is de uitbreiding van zienswijzen ten opzichte van de ethiek en het denken gelukkig doorgegaan en is de mens waar die nu is. Niet dat dit in alle opzichten een succes is geweest. Er heeft zeker vervuiling plaatsgevonden. Seksualiteit heeft een heel sterke invloed op de geest. Zoals gezegd kunnen zaken die er mee te maken hebben moeilijk uit de herinnering kan worden weggenomen, zelfs als je daarom besluit monnik te worden.

 

Zolang het genieten blijft voor beide partners is er niets aan de hand. Het wordt wel anders als een der partners zich niet kan vinden in bepaalde handelingen. Handelingen die uitgesproken pervers zijn, ongemakkelijk of zelfs vernederend. Dan komen vriendschappen en huwelijken onder druk te staan en dat leidt tot verdriet en echtbreuk. Niks Satan of kwaad. Het had mooi kunnen zijn, maar door geen rekening te houden met elkaars gevoelens of het niet goed inschatten van de gevolgen, werd een verkeerde beslissing genomen. Begeerte boven een liefdevolle relatie die op zich goed was maar plaats maakte voor de fantasieën en lustgevoelens.

 

Liefde en lust hoeven niet altijd elkaars tegenpool te zijn in de zin van goed en kwaad. Vandaar dat ‘normaal’ en ‘gewoon genieten’ tussen aanhalingstekens staat. Want wat of wie bepaalt wat normaal of gewoon is? De wet? Godsdienst? De gemeenschap? Het algemeen aanvaardbare?

 

Het beoordelen en veroordelen van dat wat een ander gewoon of aanvaardbaar behoort te vinden is een gewoonte die te maken heeft met het afwegen van tegenstellingen die meestal niet in ons straatje passen of die buiten het ‘normale’ lijken. Maar hoewel andere inzichten of gewoonten veelvuldig in botsing komen met bijvoorbeeld het algemeen aanvaarde, de wet of godsdienst, hoeven die niet per se het kwaad in zich te houden.

 

Dat het bouwen van bijvoorbeeld een dakkapel niet past in de sfeer van de omgeving of gewoon omdat de gemeentebepalingen het bouwen ervan verbieden, wil niet zeggen dat die dakkapel voor de bewoners geen meerwaarde voor het woongenot had oplevert en, behalve dat het misschien tot jaloezie onder sommige buurtbewoners leidt of het aanzicht van een gevel verandert, enige nadelige invloed zal hebben op de samenleving als zodanig.

 

Wanneer en waarom wordt een handeling, gedachte, begrip of gewoonte zondig? Zoals gezegd is er de gedachte dat zonde niet bestaat maar gedacht wordt. Maar dat gaat niet helemaal op. Er bestaat natuurlijk wel zoiets als al eerder bedacht, overwogen en uitgevoerd kwaad. En wat al eerder is gedaan, ervaren of aanschouwd is of blijvend aanschouwbaar is geworden, is een realiteit waar men niet omheen kan. Zo kan je porno gerust als kwaad aanduiden, alleen al om het feit dat onder het mom van de aanschouwelijk gemaakte bedreven liefde er in heel veel gevallen leed en vernedering in die industrie plaatsvindt. Dus in die zin bestaat kwaad als realiteit en in dit voorbeeld heeft het ook een vorm. Gesprekken, boeken, films, al deze dingen zijn voedsel voor ons denken, en zullen onze gedachten voorstellingen geven waardoor het abnormale normaal en aanvaardbaar wordt terwijl het dat niet is.

 

Het handelen naar aanleiding of ten gevolge van een dergelijke gedachte heeft onherroepelijk gevolgen: hetzij voor het eigen geweten, hetzij voor anderen of beide. Het geweten zal vervolgens bepalen of de handeling goed is of, achteraf, slecht was. Een en ander zal leiden tot spijt of ongevoeligheid ten opzichte van de gevolgen. Het heeft ook te maken met de positie van de persoon: handelt hij of zij vanuit een machtspositie of is die persoon afhankelijk gemaakt, gedwongen. Soms lijkt het alsof een geweten niet aanwezig is en dan hebben we het over een gewetenloos iemand. Dan zou je zo’n iemand de verpersoonlijking van het kwaad kunnen noemen. Meer daarover in het hoofdstuk ‘Over genade en gerechtigheid’.

 

In eerste instantie of als eerste oorzaak dienen we eerst (pistisch gezien) aan zonde(n) te denken alvorens er toe over te gaan. Of zelfs een nieuwe ‘zonde’ of variëteit op een bestaande ‘zonde’, dat wil zeggen een die dus eerder gedacht en ten uitvoer gebracht werd, te ‘veredelen’ of te ‘verfijnen’. Dat is altijd in tegenstrijd met de zuivere rede die niet zal aansporen tot kwaad. De zuivere reden, het kenvermogen, de ziel, de geest van God, of hoe je het benoemen wil,  maakt  innerlijk zuivere overdenking en overleg mogelijk. Want hoewel sommige dingen voor ons nieuw lijken, de mogelijkheid bestaat dat ons zuivere verstand iets herkend als zijnde een deel van een of ander eeuwigheidbeginsel of begrip.

 

Uitgaande van het scheppingsverhaal en aannemende (gelovende) dat God zelf de boom van goed en kwaad in de hof van Eden plaatste, zou je dus kunnen zeggen dat het kwaad er al was voor dat de mens geschapen werd en gekend kon worden door van de vrucht ervan te eten. Immers, ook het wezen dat in de vorm van een slang (de slimste of de listigste onder de dieren Gen. 3:1), dat al het kwaad zou gaan symboliseren en Eva zou verleiden, was er al. Het beest was geschapen met pootjes en werd pas slang nadat het door Eva werd beschuldigd de oorzaak van alle ellende te zijn. Eigenlijk werd het kwaad niet gestraft maar het beest, want het kwaad bleef.

 

Dus ook de tegenstelling tussen goed en kwaad was er al, maar ook tussen het woord van God en zijn bedoelingen en die van slang wie of wat dat ook was. Want wat die boom of de vrucht ook was, het was er. De gedachten daarover zijn zeer uiteenlopend: van een kwade genius die pas later in de Schrift als Satan of Lucifer wordt genoemd tot allerlei neven goden. Die het wel goed bedoelden maar er niet veel van bakten. Zelfs de gedachte dat het JHWH zelf was die zo de weg vrij maakte om vooruitgang te maken. Maar dat ook inhield dat de mens de tegenstelling in dingen kon ervaren. Men ‘gedwongen’ werd zelf te bepalen op welke manier er vooruitgang kon worden gemaakt, en hoe dingen tot stand konden worden gebracht. Door schade en schande, vallen en opstaan verstandiger (?) en sterker werden.

 

De tegenstelling - in de Bijbel goed en kwaad genoemd - was er al. De kat was als het ware door het plaatsen van de bewuste boom al op het spek gebonden. Maar ook het woord van God tegenover dat van de slang. De boom konden zij zien (Adam en Eva), want zij wisten waar die stond, en het woord van God (de geboden) kenden ze. De slang, wat of wie dat ook was, liet hen alleen inzien en gaf hen ter overweging wat de mogelijkheden waren van het nemen van de vrucht van de boom.

 

Elke dag zien Adam en Eva de boom. Was het een symbolische boom, zoals de boom in het gezegde die ergens tussen in kan staan, wat, zoals Emanuel Swedenborg het uitlegt, ook het gebod op zich zou kunnen zijn geweest? Bedoelende dat door te zeggen dat iets niet mag er een boom werd gezet of een grens werd gesteld aan bijvoorbeeld aan de ethiek, voor zover die nodig was uitgaande van twee personen. In elk geval, ergens ging het mis.

 

Over het algemeen wordt beweerd dat seksualiteit zonde of zondig is. Maar die gevoelens zijn wel echt en zo bedoeld geschapen. Want om aan het gebod om tot ‘vermenigvuldiging’ over te gaan, moet er toch een weten zijn geweest waardoor men wist ‘hoe het moest’. Of hebben ook zij (Adam en Eva) geëxperimenteerd en gevoelens ontwikkeld en daardoor verlangens gekregen anders dan alleen gericht op het krijgen van nakomelingen?

 

De gevoelens die loskomen bij seksueel verkeer zullen niet anders geweest zijn en zijn bedoeld om herhaling te stimuleren. In een liefdevolle relatie, met instemming van beide partners zal dit ook geen probleem zijn en volgens mij zal God het ook zo bedoeld hebben. Vanwaar anders het orgasme. Je krijgt geen orgasme van het eten van een stuk appeltaart bijvoorbeeld. Dan ben je al erg verknipt lijkt me. Maar ja, daar heb het weer, wanneer ben je verknipt, normaal of niet normaal?

 

Hoewel de aanleiding die leidt tot seksuele gevoelens bij man en de vrouw niet altijd dezelfde zijn, kunnen die bij beiden spontaan toeslaan, maar over het algemeen waardeert zij het toch wel als de toenadering wat gespreid wordt. Bij haar kunnen die gevoelens opgebouwd worden door een lief woord, of zomaar een bosje bloemen, een blijk van waardering of een compliment. Bij hem is het eerder een mooi stel benen of een uitdagend kledingstuk dat aanleiding geeft, maar dan vaak ook direct. Juist dit verschil kan al tot irritatie leiden en de omgang onprettig maken.

 

Of seksualiteit ook een evolutie heeft doorgemaakt is welhaast vanzelfsprekend. Kikkers kwaken, volgens zingen en pronken met hun veren, bouwen nesten of bieden iets aan, inktvissen veranderen van kleur en andere dieren vechten er voor; een competitie die leidt tot een sterke soort. Sommige mannetjes hebben specialiteiten ontwikkeld om het vrouwtje te benaderen. Door sommige vrouwtjesdieren wordt de ‘huwelijksdaad’ afgesloten door het mannetje op te vreten, als ware het een lekker en aansterkend hapje; zij kan immers geen sigaretje opsteken.

 

Als er echter uitgegaan wordt van een goddelijke of goed doordachte (volmaakte) creatieve schepping ‘zat’ alles er al op en er aan. Het zal misschien vervolgens even geduurd hebben voordat Adam en Eva ‘het door hadden’, of het moet niets anders dan een in instinctieve handeling zijn geweest. Ik kan mij echter niet voorstellen dat ze het vervelend hebben gevonden.

 

Door sommige vroegere kerkvaders werd echter fel gepredikt tegen elke vorm van genot ten gevolge van seksualiteit die alleen gericht mocht zijn op de voortplanting maar in elk geval zondig was.

 

In het boek ‘De verloren erfenis’ van J. Slavenburg (Uitgeverij Ankh-Hermes bv–Deventer 1993) op bladzijde 199) wordt de schrijver Coen van de Emde Boas aangehaald, die in zijn boek ‘Geschiedenis van de seksuele normen’ een samenvatting geeft van middeleeuwse regels met betrekking tot seksualiteit, aan de hand van ‘Sex in history’ van de hand van de Engelse historicus Taylor ondermeer:

 

Seksuele activiteiten zijn zondermeer zondig. Ze dienen, ook in het huwelijk, niet alleen feitelijk maar ook in gedachten zoveel mogelijk te worden vermeden, want seksuele begeerte op zichzelf moet als zondig worden beschouwd, ook ten aanzien van de eigen partner.

 

De coïtus is uitsluitend toegestaan aan gehuwden om het voortbestaan van het menselijk ras te waarborgen. Maar ook dan is die onderworpen aan verregaande beperkingen, omdat het nastreven van seksueel genot op zichzelf al zondig is. Om de geslachtsdaad mogelijk te maken met een minimum aan genot, werd dan ook – volledig in strijd met de oude gewoonte om naakt te slapen – in het echtelijk bed het ‘chemise caguole’ ingevoerd, een lang nachthemd gemaakt van zware ruwe stof, waarin een spleet was aangebracht die de coïtus mogelijk maakt zonder verder lichamelijk contact. Alle coïtusvariaties, op de vis-à-vis-houding na met de man boven, zijn verboden.

 

In hetzelfde boek, staan in het hoofdstuk ‘Het hoofd van de vrouw’ vanaf bladzijde 186, een aantal frappante uitspraken van de kerkvaders van de vroege kerk en de middeleeuwen, die verbazend dom en walgelijk zijn, hoewel de leer en de uitspraken van sommige strenggelovige richtingen van deze tijd niet veel onderdoen voor die van toen. Hoe dan ook, het was allemaal de schuld van Eva, ofwel: de vrouw. Dat leidde tot fanatisme grenzend aan het waanzinnige.

 

Een aspect van de gemeenschap tussen man en vrouw is het krijgen van een orgasme, wat bij de man normaal gesproken gepaard gaat met een zaadlozing. Het een is het gevolg van het andere. Een prettig causaal verband. Het orgasme heeft tevens als gevolg dat de coïtus aantrekkelijk blijft. Eens ervaren zal het verlangen ernaar terugkeren. In een liefdevolle relatie, met instemming van beide partners, zal dit geen probleem zijn. En uitgaande van een goddelijke creatieve schepping zal dit ook zo bedoeld zijn. Let wel: bij de man én vrouw.

 

Een van de vroege kerkvaders verondersteld dat alleen de vrouw voordeel (genot) zou hebben tijdens de gemeenschap, want ‘zo is haar aard’. De man, volgens hem naar het evenbeeld van God geschapen, niet, althans zo zou het moeten zijn. Om niet aan de verleiding van de vrouw en aan zijn eigen behoefte toe te hoeven geven is hij er toe overgegaan zichzelf te ontmannen. (Ik moet denken aan al die monniken, priesters, kortom zij die menen zich aan het celibaat te moeten houden en dat niet kunnen volhouden, de fout ingaan en anderen misbruiken om op de een of andere manier toch aan hun trekken te komen. Ontmanning als voorwaarde tot intreding lijkt zo op zich niet eens zo gek. Veel leed had bespaard gebleven.)

 

Ook het orgasme dient dus als een gave van de Schepper worden ervaren. Want anders zou ook de gemeenschap tussen man en vrouw niet meer zijn dan een instinctieve of beperkte doch noodzakelijk handeling. Als die alleen maar de voortplanting tot doel zou hebben, dan zou het inderdaad genoeg zijn te weten hoe en wat daar voor moet gebeuren; want voor het verwekken van kinderen heb je niet per se een orgasme nodig. Dan doe je het gewoon zonder de verwachting van enig genot. Of door middel van inseminatie. Maar dan is het orgasme eenzijdig en voorbehouden aan de man, ervan uitgaande dat het sperma achtergelaten wordt in een bekertje voor verdere behandeling.

 

Uitgaande van een Schepper en daarom ook pistisch gezien, mag worden aangenomen dat Hij niet experimenteerde toen Hij de mens (Adam) naar zijn beeld en gelijkenis schiep, en behoort te worden aangenomen dat ook de mens volmaakt geschapen werd – waar overigens niet alle godsdiensten vanuit gaan.

 

Veel dieren – niet alle – hebben een bepaalde periode van vruchtbaarheid. Zo is er de bronstijd voor het hert, katten worden krols, koeien tochtig, de paaitijd voor de vissen, en kikkertjes, soms zelf eens in zeven of soms wel twintig jaar, maar daar hebben we het over gehad. Meestal toch eenmaal per jaar. Sommigen krijgen maar een jong, anderen tientallen en weer anderen duizenden, zoals bij vissen. Muizen, ratten en vliegen bijvoorbeeld, planten zich het hele jaar voort, als er maar genoeg voedsel voor handen (poten) is.

 

Ook de mens kan zich het hele jaar door voortplanten, althans de man. Dat is eigenlijk best wel vreemd, aangezien de vrouw zich – ruim genomen – maar een keer per jaar kan baren. Wat de man betreft, die kan zijn zaad elke dag wel kwijt. Wat overigens niet wil zeggen dat het verlangen van de vrouw naar gemeenschap tijdens de zwangerschap stopt, hoewel die in die periode wel afneemt, zeker ongemakkelijk wordt en op den duur niet wenselijk is.

 

Als er van een evolutie in de seksualiteit wordt uitgegaan, kan men zich ook afvragen of in ons geval natuurlijk gezien en in eerste oorsprong er niet de noodzaak was dat een man meerdere vrouwen bevruchtte om de soort in stand te houden. Misschien was dat wel zo. Het komt nu zo in mij op en heb dat nog niet eerder zo bekeken. Maar de overlevingskansen voor de eerste mensen waren niet veel beter dan die van de dieren. Ook volgens de Bijbel kreeg de mens het moeilijk om zijn soort in stand te houden na de verdrijving uit de hof van Eden; doornen en distels en slangen die in de enkels beten en zo.

 

Anders dan veelal bij dieren het geval is, zoals bij kippen, eenden, honden en katten, die in een nest kuikens, puppy’s of een nest jong poesjes kunnen voortbrengen van meerdere mannetjes, gaat bij het vrouwtje van onze soort zodra de bevruchting heeft plaats gevonden de deur op slot. Die van het eitje bedoel ik. Dat wil zeggen: normaal gesproken en als op natuurlijke wijze een zaadje van het mannetje zich in de eicel van het vrouwtje heeft gewerkt. Normaal gesproken hoef je als man niet te verwachten dat je vrouw een nest van gestreepte, gevlekte of kinderen met verschillende kleuren tevoorschijn tovert. Oké, soms kan het gebeuren dat er een meerling geboren wordt, maar dat noemt men bij ons dan een speling der natuur. Als in ons geval er sprake is van een andere kleur dan het oorspronkelijke mannetje, zijn de poppetjes zogezegd aan het dansen.

 

Nu is het bij dieren veelal zo, dat hoe lager een soort in de voedselketen voorkomt of de leefomgeving zware overlevingseisen van de soort eist, zij meer jongen voortbrengen. Zo zal het aantal roofdieren afhangen van het aantal beschikbare prooidieren. Soms sterven volwassen dieren alvorens ze zich kunnen voortplanten van de honger, bijvoorbeeld als door droogte er geen voedsel en water meer is. Maar ook schakelt hun lichaam soms over op een andere ritme van paringsbereidheid of gaat het simpel over in plaats van twee jongen er maar een voort te brengen of maar een ei in plaats van twee te leggen. Maar daar hoeft een mens allemaal geen rekening mee te houden. Die kan zich voortplanten ondanks voor en tegenspoed, welvaart of armoede, oorlog of vrede.

 

Maar van de mens daar en tegen mag je verwachten dat die als het om alleen voortplanting gaat zijn verstand. Bij de mens spelen ook andere gevoelens een rol, zoals liefde en het familie gevoel.

 

De behoefte tot voortplanting is bij een dier instinctief, hoewel ze soms best lief met elkaar omgaan en zelfs voor het leven bij elkaar blijven. Zo zag ik tijdens het uitlaten van de hond twee kauwtjes zitten op een tak. Dicht tegen elkaar aan, zij (?) met het kopje gebogen over de nek van de ander, terwijl hij (?) met zijn snavel haar borsthaartjes ordende. Ik heb er even naar staan kijken, zo mooi zo vertederend was dat.

 

Wat dieren betreft wordt de drang tot paren zoals gezegd vaak ingegeven door de seizoenen. Vogeltjes doen alles tijdens een paar weken in het voorjaar en herten beginnen al in september om in het volgende voorjaar te kunnen werpen. De mens kan besluiten of het wel of niet en wanneer of nooit te doen. En als het om de een of andere reden niet lukt, biedt medisch ingrijpen vaak uitkomst, wat ook het geval is als nakomelingen per se niet gewenst zijn.

 

Een dier heeft wat natuurlijke keuze betreft niet veel keuze. Behalve dan als ze van belang zijn voor de mens. Dan zorgen we er voor dat ook zij overvloedig en het liefst zo vaak mogelijk eieren leggen, biggen werpen, kalveren of hoe het ook moge heten. Als het maar geld opbrengt. Wat de mens zelf betreft maakt het helemaal niet uit wanneer en hoe vaak er gevreeën wordt en of er wel of niet kinderen van komen hebben we zelf in hand. Dat wil zeggen, als je je verstand gebruikt.

 

Wat zou de Schepper oorspronkelijk voor ogen hebben gehad? In tegenstelling tot wat veel anderen denken, denk ik dat de volmaakte mens, naar Zijn evenbeeld, gelijkenis in de geest of idee geschapen, zuiver van geest en rein van lichaam zal zijn geweest en geen problemen zal hebben gehad het aspect van de seksualiteit op de juiste wijze te beleven.

 

Maar dan is daar de val, de verleiding van Eva die op haar beurt Adam ertoe brengt hetzelfde te doen. Ik denk eerder in de zin van samen beleven? Vervolgens wordt alles anders. Hoewel het er op lijkt dat Eva het zwaarst wordt gestraft door het baren pijnlijker te maken en haar ondergeschikt te maken aan de man.

 

In Genesis 3 vers 16 staat:

 

‘Tot de vrouw zeide Hij: “Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap; met smart zult gij kinderen baren en naar uw man zal uw begeerte uitgaan, en hij zal over u heersen.’”

 

In Genesis 1 vers 27-28 staat:

 

‘En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. En God zegende hen en God zeide tot hen: “Weest vruchtbaar en wordt talrijk;’”

 

Gedacht zou kunnen worden dat het daarvoor allemaal of heel anders gebeurde of beleefd werd; wel met liefde maar zonder genot? Zonder emotie maar doelgericht? Als er geen pijnprikkels waren, waren er dan wel genotprikkels? Of andersom: Er waren wel genotprikkels maar geen pijnprikkels. Maar hoe het ook zij, het gebod zich te vermenigvuldigen – zich voort te planten – bestond voor de zondeval plaatsvond. In elk geval gebeurde er iets waardoor de Schepper besloot juist op dat vlak in elk geval voor de vrouw ingrijpend iets te veranderen.

 

Tot de mens (Adam = de mens) zei Hij (Genesis 3 vers 17-19):

 

‘Omdat gij naar uw vrouw hebt geluisterd en van de boom gegeten, waarvan Ik u geboden had: Gij zult daarvan niet eten, is de aardbodem om uwentwil vervloekt; al zwoegende zult gij daarvan eten zolang gij leeft, en doornen en distels zal hij u voortbrengen, en gij zult het gewas van het veld eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.’

 

Het lijden tegenover de vreugde, gemak versus zwoegen, niet alleen maar genieten maar ook pijnlijden. Wel blijk er al sprake te zijn geweest van enige moeite om dingen te bereiken. De Schepper zegt immers ‘Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap’;

 

Ook blijkt dat er begeerten waren ontstaan die niet volgens het plan van de Schepper waren. Eerdere begeerten die niet het gevolg waren van een verleiding. Immers, Eva werd geboden voortaan alleen haar man te begeren. Zou hieruit kunnen worden opgemaakt dat er een halt werd toegeroepen aan vrije omgang tussen de mens wat betreft seks of de seksualiteit? Alleen deze gedachte is in sommige kringen al genoeg om een brandstapel voor mij op te richten…

 

De boosaardige door de vroegere kerkvaders geuite beschuldigingen aan het adres van de vrouw zijn te gek voor woorden en alle Eva verhalen en veroordelingen waarschijnlijk een verzinsel van mannen met slechte ervaringen in de omgang met hen. De vrouw moest hoe dan ook ondergeschikt aan de man worden gemaakt. Maar zij pikten het wel en nog steeds wordt de vrouw in de vele religies geacht zich nergens mee te bemoeien. En in naam van God of Allah komen er de meest walgelijke misstanden voor met als lijdend voorwerp de vrouw.

 

Hoewel seksualiteit in kerkelijke kringen tegenwoordig nog steeds wordt beschouwd als noodzakelijk kwaad, en door de schepper alleen bedoeld om de behoefte tot vermenigvuldiging tussen man en vrouw te stimuleren, menen velen nog steeds dat het vooralsnog niet de bedoeling is daar plezier aan te beleven.

 

Het kan echter nooit de bedoeling geweest zijn om seksualiteit - vrijwillig of gedwongen - uit te buiten tot persoonlijk gewin. Voorkeuren daargelaten, zodra er sprake is van onderdrukking door een van de partners of anderen, of indien er sprake is van misbruik, kan dit nooit in overeenstemming zijn met enig goddelijk plan of evolutie gedachte. In elk geval niet de God waar een weldenkende christen in gelooft. Het zuivere denken, maar ook de evolutie lijkt geen behoefte te hebben aan andere of meerdere manieren om het genot te bevorderen. Nou ja, chimpansees zie je nog wel eens experimenteren. En weet je, als mensen dat zien zeggen ze: ‘gatver…’.

 

Als de Schepper het heeft over ‘sterven’ (Genesis 3 vers 3) ten gevolge van de val van Adam en Eva, heeft Hij het volgens mij over een geestelijk sterven en niet over een lichamelijk sterven, ondanks dat Hij zegt ‘…want stof zijt gij en tot stof zult gij Wederkeren.’ Probeer maar eens voor te stellen hoe de wereld er zou hebben uitgezien als er nooit iemand gestorven zou zijn vanwege ouderdom.

 

Wanneer God hen waarschuwt voor het sterven, zullen zij geweten hebben wat dat inhield. Als je een kind voorhoud dat de kachel heet is en dat het daar zijn handjes aan kan branden, zal je dat toch op de een of andere manier aanschouwelijk moeten maken. Anders zal het zich alleen maar afvragen wat heet is. Het nemen van ‘de vrucht’ – wat die ook moge zijn geweest – was geen toevalligheid.

 

Het bracht in elk geval een andere bewustwording teweeg waardoor een ingewikkelder levenswijze ontstond. En of het nu Bijbels of volgens de evolutieleer is gegaan, het verval van de mens was een feit. Geestelijk en lichamelijk. Van enige goddelijke zuivere overweging was op den duur weinig meer over. Het kennen van goed en kwaad, waarin wij volgens de Bijbel gelijk werden aan de goden, hield in elk geval niet in dat wij die tegenstelling konden beheersen. Hoewel we ervan uit gaan dat de goden die tegenstellingen wel juist konden beoordelen en de gevolgen konden overzien, konden of hebben zij niet voorkomen dat de mens ongehoorzaam werd.

 

Hoe zij het zich dan ook hadden voorgesteld, het op zich eenvoudig doel, de vermenigvuldiging van de mens geschiedt (nog steeds) uitbundig. En de aanpassingen die daardoor nodig zijn tijdens de nog steeds voortschrijdende met al zijn schoonheid gepaard gaande evolutie. Want ook de mens past zich nog steeds voortdurend aan ten gevolge van de klimaatsveranderingen, eetgewoonten, enz. Alle, zelfs gewone dagelijkse dingen, vereisen doorlopend aanpassingen. De mens groeit, krimpt en leeft korter of langer, is sterk of zwak naar aanleiding van bepaalde omstandigheden. Zo kan gesteld worden dat de schepping of evolutie nog gaande is. In beide gevallen lijkt het alsof de mens beide ontwikkelingen sneller verstoort dan dat de natuur zich kan aanpassen.

 

Het zou ook zomaar kunnen, dat indien er sprake is van de schepping van de mens, flora en fauna, de mens een andere weg insloeg dan aanvankelijk gepland was. Toch kan ik mij best vinden in de theorie van de Darwin en zijn vinken. Maar Bijbels gezien zou de mens die niet nodig hebben gehad omdat die immers volmaakt was geschapen. Gezien de kennis van het moment echter mag ervan worden uitgegaan dat ook de mens zich aan allerlei omstandigheden heeft moeten aanpassen en er specifieke rassen zijn ontstaan die zich onder andere omstandigheden dan de hunne diep ongelukkig zouden voelen. Zoals een naakte Afrikaan plotseling op de Noordpool wordt gezet of een Eskimo, die met al zijn kleren aan in de Afrikaanse woestijnen moet zien te overleven. Het heeft niet alleen te maken met een trui meer of minder. U kunt de gevolgen zelf bedenken. Maar een evolutie van de mens zoals de vinken van Darwin vindt voor zover ik weet niet plaats. Behalve de verschillen van de huidskleur die op de verschillende continenten duidelijk anders zijn en in sommige omstandigheden een voordeel zijn, zijn er geen menselijke uiterlijkheden die zo op het zicht nog veranderen te maken hebben met een evolutie ten gevolge van bijvoorbeeld eetgewoonten zoals bij genoemde vinken. Waarschijnlijk omdat wij handen hebben die alles kunnen grijpen, openen en breken, al of niet met hulpmiddelen.

 

Dat de gestalte van de mens veranderd gebeurd niet door noodzakelijke aanpassing maar juist door de overmaat en het gemak waarin aan behoefte kan worden voldaan. Dik worden naar aanleiding van eetgewoonte heeft niets te maken met evolutie, want het werkt niet ten bate van het lichaam. En er is nog geen kind geboren dat naar aanleiding van de drinkgewoonten van de ouders een lever heeft ontwikkeld dat alcoholresistant is, of longen heeft die geen kanker ontwikkelen van wege het rookgedrag van een hunner. De mens heeft manieren ontwikkeld waar de natuur niets meer mee kan. Aan verslavingen van dien aard heeft het lichaam geen behoeft. Een negatieve behoefte leidt niet tot de ontwikkeling van een betere mens, wat de reden van een ontwikkeling ten gevolge van evolutie wel is. Al het zwakke roeit zichzelf uiteindelijk uit.

 

Was de val van Adam en Eva gewoon een ontwikkeling die er toe leidde dat de ‘hof’ niet langer in de behoefte voorzag? Geloofsmatig wordt verondersteld dat de Schepper met ontwikkeling van de mens ‘not amused’ was. Het had te maken met kennis en dat leidde ertoe dat er maatregelen genomen moesten worden. Zijn reactie was verbanning uit de Hof van Eden. Het kan echter net zo goed oorzaak en gevolg geweest zijn van een of meerdere natuurlijke omstandigheden die niet verklaard konden worden en vervolgens een legende werd met een bovenzinnelijk tintje.

 

 

Het bovenzinnelijke kan dan weliswaar wetenschappelijk nog niet bewezen zijn, het kan ook niet empirisch ontkend worden.

Seksualiteit en alles wat daar mee te maken heeft, is niet in eerste instantie zondig of tegen een goddelijk beginsel. Als we geloofsmatig aannemen dat de Schepper ons fysiek heeft geschapen en het ons mogelijk (heeft ge)maakt geestelijk zelf een richting te, is niet elk gedrag, hoe anders dan het gepredikte, zondig. Wel blijft het belangrijk dat wij niet vervallen tot het gedrag van de kikkertjes, waardoor de vrouwtjes vanwege de wellust van de mannetjes geestelijk lichamelijk of geestelijk worden mishandeld of erger, alleen om in een behoefte te voorzien. Stel je voor dat wij zelf op de lijst van bedreigde levensvormen terecht komen.

 

Het maakt eigenlijk allemaal voor het levensproces niet zoveel uit of we geschapen of geëvalueerd zijn. Wel denk ik dat kerken (niet alle religies overigens) met betrekking tot seksualiteit een positieve invloed kunnen hebben op het gedrag van mensen, zodat die door middel van een innerlijke bewustwording dichter tot het zuivere denken komen en daardoor vanzelfsprekend met meer respect met elkaar om zullen gaan. Juist wat betreft de seksualiteit, waarop nu nog maar al te vaak een taboe rust. Daar is geen enkel onderwerp mee geholpen.