Het Uitzicht Beperkt

 

Wat is het verschil?

 

Op het eerste gezicht denken wij dat het intelligente denken bepalend is voor onze vooruitgang is. Dat is slecht ten dele waar. Het intelligente denken is mogelijk doordat in eerdere fasen objecten, concrete maar ook abstracte, werden herkend of na ervaren konden worden geanalyseerd. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat iets door een ander op dezelfde manier werd of zal worden ervaren tenzij het object al empirisch is bepaald en op het zelfde moment vanuit het zelfde gezichtspunt wordt gezien.

 

Empirisch is bijvoorbeeld dat een zuivere cirkel voor iedereen aanschouwelijk rond is en voor zo ver van voren gezien, geen begin of eindpunt kent. Maar voor iemand die de cirkel van opzij ziet is het slechts een rechte lijn met een begin en eindpunt en geen cirkel.

 

Een ander voorbeeld is een willekeurig sterrenbeeld, bijvoorbeeld de Grote Beer. Iedereen kent hem wel: het steelpannetje, gezien van onderaf. Maar stel dat hij van links of rechts kon worden bekeken zonder verdere kennis, zou die voor een leek onherkenbaar zijn. Nu kan ik met zekerheid bij een heldere hemel zeggen: daar staat de Grote Beer, maar hoe die er vanuit een andere hoek uitziet zou ik niet kunnen uitleggen.

 

Degene die voor het eerst het vooraanzicht van een cirkel of het sterrenbeeld van de Grote Beer ziet, moest die ervaring eerst een plaatsje geven of benoemen in het bewustzijn. Daarna kan hij de mogelijkheden van zijn bevindingen verder gaan onderzoeken: wat is de inhoud, heeft het een kleur en waarom. Wat zijn de afmetingen en wat kan ik er mee doen. Dat noemt men a-priori en a-posteriori, simpel gezegd: voor- en achteraf ervaring[1].

 

Bijna in alle ervaringen die wij hebben zijn a-posteriori ofwel achteraf ervaringen te noemen omdat wij de meeste ervaringen herkennen omdat die al beschreven, ervaren of bewezen door anderen zijn. Wat rond of vierkant is hoeven wij in principe niet meer te bewijzen, het wordt ons geleerd, net zoals 1+1=2 een axioma is doordat anderen die ervaring a-priori voor ons hebben kunnen bewijzen.

 

Toch zijn er nog oneindig veel dingen a-priori te ontdekken. Iemand die bijvoorbeeld voor het eerst van zijn leven sneeuw ziet en er nooit eerder van gehoord heeft zal volkomen verbijsterd zijn en zich opnieuw afvragen waar dat witte spul vandaan komt enzovoort, terwijl wij het hem allemaal kunnen uitleggen. Voor hem is de ontdekking van sneeuw in eerste instantie een zuivere a-priori belevenis, terwijl de verkregen uitleg a-posteriori is. De eerste ervaring was algemeen, hij kon zijn gedachte erover nog alle kanten uit laten gaan. Zodra hij die a-posteriori empirisch en dus intelligent bewezen aangereikt krijgt niet meer.

 

Wat heeft dit alles nu te maken met de zuivere benadering van het evangelie?

 

Hier kunnen we uitgaan van hetzelfde principe. De eerste ervaring met de boodschap van het evangelie kan net zo zijn als liefde op het eerste gezicht. Het kan je raken op een manier die verblijd en verwarmt. Toch heeft die kennismaking en de invloed ervan veel te maken met onze gemoedstoestand.

 

Kun je dan ooit het evangelie onbevangen ontvangen?

 

Het antwoord hierop is niet eenvoudig. Wij moeten er echter van uitgaan dat de bedoeling ervan Goddelijk en zuiver van oorsprong is en dus wel zuiver te ontvangen is en pas niet meer zuiver is indien die zuiverheid beïnvloed werd of wordt door vreemde invloeden zoals in het deel onschuld is beschreven. Daarbij denk ik ook dat de zuiverheid van je eigen instelling of gedachte van zeer groot belang is.

 

Zuiverheid bestaat alleen bij de bron, ervan uitgaande dat met betrekking tot het Goddelijke de bron zich niet laat bevuilen daar de bron zich door ons niet laat bepalen.

 

Tegelijkertijd kan worden gesteld dat de bron onbepaald is zolang die niet empirisch is bewezen.

 

[1] Elke a-posteriori of achteraf ervaring kan ook weer lijden tot een volgende a-posteriori ervaring.