Poekie

Jaren geleden, toen we ons eerste benedenhuis kregen wilden we weer een poes. Dus kwam Poekie, een pikzwart katertje uit het asiel. Hij was ergens gevonden en over zijn verleden was niets bekend.

Hij was heel schuw en op een onbewaakt ogenblik ontsnapte hij en wilde niet meer naar binnen komen. Maar het vroor dat het kraakte en hij moest toch ook eten.

Als hij door het raam weer naar binnenkwam en je kwam maar in de buurt om bv het raam weer te sluiten, dan rende hij weg en weer het raam uit. Als je de buitendeur openzette in de hoop dat hij kwam gebeurde hetzelfde en met 15 graden onder nul is het niet leuk om een deur of raam open te zetten.

Eindelijk klom hij weer door het raam naar binnen, schuw om zich heen kijkend ging hij naar zijn etensbakje maar hield het raam in de gaten om er bij de minste beweging onzerzijds zo weer uit te kunnen. Ik ben toen via de deur naar buiten gegaan en heb van buitenaf het raam gesloten. Gelukkig hadden we hem toen binnen, want ik kan echt niet slapen als zo’n beestje alleen in de kou zit.

Toen zijn eerste angst voorbij was profileerde hij zich als een lieve, statige kater. Wij mochten lang van hem genieten.

Op een dag kwamen Celeste en Nathalie, onze dochters, met een klein katertje aan. Het beestje was op straat gezet door iemand die hem niet meer wilde hebben, want hij poepte de boel onder. Tja, dat vonden wij ook niet zo’n leuk vooruitzicht. Eerst maar eens afwachten.

Ach, dat diertje had diarree, geen wonder dat hij overal poepte, hij kon het niet ophouden. Even een paar dagen alleen droogvoer en geen melk en lief voor hem zijn en zo kregen wij nog een lieve kater erbij. Een zwartwitte. We noemden hem Pukkie. Die twee katten werden hele beste maatjes. Maar helaas, toen Pukkie ongeveer 8 maanden was kwam hij onder een bus terecht. Wat een verdriet.

Poekie ging haast nooit de weg over en als hij het wel deed zag je hem uitkijken. Hij liep met ons mee als ik de kinderen naar school bracht, maar altijd via de bosjes. Daar wachtte hij me ook weer op. Over de open stukken te ver van huis ging onze Poekie niet.

Hij klom graag in bomen, hele hoge bomen. In Populieren. Van bovenaf beschouwde hij de wereld. Ik weet zeker dat hij daar ooit aan een boek begonnen is! Hij zat echt te filosoferen. Je ziet het ook, hij ligt bij mappen waar hij in schreef.  Ja, hij paste in ons gezin.

Maar op een dag schrok ik wel heel erg. Poekie was een…  dief . Ik was even bezig in de voortuin en daar zag ik een paar huizen verderop Poekie uit een raam komen met… een hele, grote rookworst tussen zijn tanden. Het raam van die buren stond op een smalle kier en Poekie moest zijn kop helemaal verticaal houden om er door te komen, een beetje wurmen en daar ging ze, naar de hoge populier.

O jee, boerenkool zonder worst voor de buren!!!

 

Ik durfde niet naar de buurvrouw om het te vertellen. Het was een klein driftig vrouwtje, met hele grote handen. Best een aardig mens hoor, maar als ze kwaad was kon geen havenarbeider tegen haar op wat taal betrof.

Ik besloot om het later maar eens te vertellen als de bui gezakt was.

 

Opeens hoorde ik de buurvrouw. Ze was haar keuken in gekomen en was haar worst kwijt. In de wijde omtrek en nabij liggende dorpen was ze te horen en Poekie zat in die Populier met haar worst. Gelukkig zag ze het niet. Ja, wie verwacht ook een poes met een enorme rookworst in een Populier!!

Stilletjes ging ik maar naar binnen en Poekie kreeg voor straf die avond geen eten. Maar dat vond hij niet erg. Zijn buik was rond en dik.