Tranen verdwijnen niet in een lege ruimte.

 

In Israël zijn de feest- en bezinningsdagen weer voorbij. De loofhutten afgebroken en gaan weer opnieuw de Thora bestuderen en Henk en ik doen lekker mee.

In Genesis 4 staat het verhaal van Kaïn en Abel, de twee broers waarvan er een de ander doodsloeg.

Kaïn was een gelovig mens, want hij bracht een offer, maar dat werd om een reden die we verder niet kennen niet geaccepteerd, Abel bracht ook een offer en dat werd wel geaccepteerd. Kaïn werd erg boos en liet zijn hoofd zakken. Hij sloeg niet gelijk Abel dood, maar had een gesprek met God!

God nam de moeite en vroeg: waarom ben je zo nijdig en laat je je hoofd zakken, het is toch zo dat indien je goed doet jij je hoofd niet hoeft te laten zakken? ( je nergens voor hoeft te schamen) Maar als je iets verkeerds hebt gedaan pas dan op, de stap naar de volgende fout is dan klein. Het kwaad moet niet over jou heersen maar jij over het kwaad. ( werelds gezien, beheerst geld jou of jij het geld)

En dat is zo, dan komen de ja-maren, dreigen en zelfs vechten zoals in dit geval.

Kaïn gaat naar Abel, wat er is gezegd weten we niet maar Kaïn slaat Abel dood. Uiteraard is geen enkel argument in een gesprek groot genoeg om iemand te vermoorden.

God vraagt dan aan Kaïn: “waar is je broer?” Kain antwoord: “Ik weet het niet, ben ik mijn broeders hoeder?”

En God zegt: “Er is een stem van het bloed van je broer, dat van de aardbodem tot mij roept.

Hieruit kunnen we leren dat er Iemand is die de gedempte kreet van de vermoorden hoort. God is niet onverschillig voor wat er gebeurt. Een mens kan kiezen voor het kwaad, maar de kreet die uitgaat van de ongerechtigheid weerklinkt niet in een lege ruimte.

Ik dacht aan al die onbekende soldaten uit die walgelijke oorlogen, of slachtoffers van moorden, de holocaust, maar ook de moord op het kleine meisje uit Frankrijk, of Gino hier in Nederland. Al die onschuldige slachtoffers, zo heel alleen. God is niet onverschillig voor wat er gebeurt en de tranen van slachtoffers verdwijnen niet in een lege ruimte.

Dit is een uittreksel van een stukje van een rabbijn, Rabinowitz, met hier en daar een eigen toevoeging, ik vond het zo troostvol. Laten we hier maar aan denken bij al die onrechtvaardige dingen die vaak gebeuren. Het verdwijnt niet in een lege ruimte.